26353 |
ang |
ang:
aŋ (Q083p Bilzen)
|
Het dun toelopende uiteinde van de sluisstijlen dat past in een daarmee overeenstemmend gat van de sluisbalk en de slagdorpel, het anggat. In het lemma zijn zowel benamingen voor de ang als voor het anggat opgenomen. [Vds 37; Jan 33]
II-3
|
28580 |
angel |
angel:
a.ŋǝl (Q083p Bilzen),
aŋǝl (Q083p Bilzen),
á.ŋǝl (Q083p Bilzen)
|
Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.]
II-6
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
angel (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen)
|
angel [Willems (1885)] || angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)] || Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
23259 |
angelusklok |
engel des heren:
ze luien den ingel des hijren (Q083p Bilzen)
|
De angelusklok luidt. [ZND 32 (1939)]
III-3-3
|
33621 |
anjelier |
flier:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
flier (Q083p Bilzen),
groffiaat:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
groffijōͅte (Q083p Bilzen)
|
Anjelier, Fr. oeillet, Lat. Dianthus [ZND 15 (1930)]
I-7
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
groffiaat:
2x
groffiaat (Q083p Bilzen)
|
tuinanjer
III-2-1
|
21251 |
anker |
ankerijzer:
aŋkǝręjzǝr (Q083p Bilzen)
|
Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.]
II-9
|
22111 |
apart lossen |
apart vliegen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
de aa vliēgen apaot (Q083p Bilzen)
|
het apart lossen van jonge en oude duiven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33617 |
appel, algemeen |
appel:
appel (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
apəl (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen)
|
[ZND 01 (1922)] [ZND 26 (1937)]
I-7
|
20638 |
appelbol |
beignet (fr.):
beignée (Q083p Bilzen),
krollemerol:
krollemerol (Q083p Bilzen)
|
appel in deeg gedraaid en in de oven gebakken [ZND 32 (1939)] || appelbol [N 16 (1962)]
III-2-3
|