e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

Gevonden: 5500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ang ang: (Bilzen) Het dun toelopende uiteinde van de sluisstijlen dat past in een daarmee overeenstemmend gat van de sluisbalk en de slagdorpel, het anggat. In het lemma zijn zowel benamingen voor de ang als voor het anggat opgenomen. [Vds 37; Jan 33] II-3
angel angel: a.ŋǝl (Bilzen), aŋǝl (Bilzen), á.ŋǝl (Bilzen) Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.] II-6
angel van bij of wesp angel: angel (Bilzen, ... ) angel [Willems (1885)] || angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)] || Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)] III-4-2
angelusklok engel des heren: ze luien den ingel des hijren (Bilzen) De angelusklok luidt. [ZND 32 (1939)] III-3-3
anjelier flier: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  flier (Bilzen), groffiaat: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  groffijōͅte (Bilzen) Anjelier, Fr. oeillet, Lat. Dianthus [ZND 15 (1930)] I-7
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) groffiaat: 2x  groffiaat (Bilzen) tuinanjer III-2-1
anker ankerijzer: aŋkǝręjzǝr (Bilzen) Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.] II-9
apart lossen apart vliegen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  de aa vliēgen apaot (Bilzen) het apart lossen van jonge en oude duiven? [N 93 (1983)] III-3-2
appel, algemeen appel: appel (Bilzen, ... ), apəl (Bilzen, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 26 (1937)] I-7
appelbol beignet (fr.): beignée (Bilzen), krollemerol: krollemerol (Bilzen) appel in deeg gedraaid en in de oven gebakken [ZND 32 (1939)] || appelbol [N 16 (1962)] III-2-3