30276 |
waterplint |
onderstuk:
oŋǝrštøk (Q121c Bleijerheide)
|
Geprofileerde plank die aan de onderregel van de deur bevestigd wordt om te voorkomen dat het kopse hout van de planken water opzuigt. De waterdorpel is daartoe aan de onderzijde in de lengte voorzien van een waterhol, een halfronde uitholling. [N 55, 24c]
II-9
|
31336 |
waterpomptang |
pompentang:
pompǝtsaŋ (Q121c Bleijerheide),
waterpomptang:
wasǝrpomptsaŋ (Q121c Bleijerheide)
|
Stalen, verstelbare tang voor het vastgrijpen en monteren van pijpmateriaal, het vast- en losdraaien van moeren, etc. De tang heeft een getande, ronde bek waarmee het materiaal kan worden vastgeklemd. De afstand tussen de bekken van de tang is verstelbaar. Zie ook afb. 69. [N 33, 177; N 64, 52; monogr.]
II-11
|
19616 |
waterpot |
putsbaar:
pøts˂bār (Q121c Bleijerheide),
aarde Keulse of andere pot putsbaar voor drinkwater immaaksbaar voor zuurkool e.d. drieschilderbaar: de grootste hadden 3 schilden (merken)
pøts˂bār (Q121c Bleijerheide)
|
grote stenen waterpot || pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33631 |
waterput |
puts:
pøts (Q121c Bleijerheide)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
27695 |
watertoren |
watertoor:
wasǝrtūr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
wasǝrtūǝr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
[N 95, 20]
II-5
|
21683 |
wbd: in trek |
duur zijn:
ps. invuller twijfelt over dit antwoord!
duur? (Q121c Bleijerheide)
|
Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21663 |
wbd: verkopen voor |
laten:
iech loss üüch de jeet vüür .... jölle (Q121c Bleijerheide)
|
verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20435 |
weduwe |
widvrouw:
wid’vrauw (Q121c Bleijerheide)
|
weduwe
III-2-2
|
20451 |
weduwnaar |
widman:
wid’man (Q121c Bleijerheide)
|
weduwnaar
III-2-2
|
18275 |
weefsel, stof |
stof:
stōf (Q121c Bleijerheide)
|
Hoe noemt U: stof in het algemeen [N 62 (1973)]
III-1-3
|