e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
spierekerd lange dunne boom:   enne spierekerd (Oirlo) III-4-3
spiereling spiering: ook wel -  spiereling (Maastricht), WBD/WLD  spierəling (Maastricht) III-4-2
spieren baard:   spērǝ (Blerick), banden:   spīrǝ (Riksingen), bosje haren aan de bovenlip:   spīrǝ (Koersel  [(haartjes)]  ) I-11, I-4, I-9
spieren oogsten aren lezen:   spē.rǝ ǫűstǝ (Opoeteren) I-4
spieren rapen aren lezen:   spē.rǝ rā.pǝ (As, ... ), spęrǝ rā.pǝ (Dorne), spīrǝ rā.pǝ (Hamont, ... ) I-4
spieretrekken stuiptrekken:   spīrǝtrękǝ (Maasmechelen) II-1
spierig glazig:   spie:rig (Heers) III-2-3
spiering spiering:   sjpiering (Herten (bij Roermond), ... ), sjpierink (Schimmert), sjpīēring (Roermond), spiering (Blerick, ... ), cassettebandje  spiering (Meijel, ... ), Endepols  spiering (Heer, ... ), ideosyncr.  spiering (Thorn, ... ), IPA  spiriŋ (Kwaadmechelen), Veldeke  sjpiering (Waubach), WBD/WLD  sjpīēring (Nieuwenhagen), spiering (Maastricht), spīēring (Susteren), WLD  schpiering (Schimmert), schpierink (Brunssum), sjpiering (Klimmen, ... ), sjpīēring (Haelen), spiering (Beesel, ... ), spīēring (Gennep, ... ), WLD komt hier niet meer voor  spīēring (Stevensweert), vis, algemeen:   spīreŋ (Zonhoven), zwak en mager persoon:   spiering (Maastricht, ... ) III-1-1, III-4-2
spierknoop knoop van de korenhalm: (mv spī.rknø̜yp)  spī.rknǫu̯p (Heers) I-4
spierling regenworm:   (spierlink) (Aldeneik) III-4-2