e-WLD trefwoorden 
e-WLD

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
strijkbout boutijzer:   stri-jkbǫwt (As), strikbolt (Venlo), strīkboǝt (s-Gravenvoeren), strīkbø̜jt (Meeuwen), štrikbǫwt (Schinnen), štrīǝkbōǝt (Voerendaal), strijkijzer:   schtrīēk-bout (Schimmert), sjtriekbout (Swalmen), stjriekbout (Schimmert), striekbout (Tungelroy), strijkbout (Neeritter, ... ), (= niet elektrisch )  strī.kboͅu̯t (Kinrooi), is de voorloper van stri-jki-jzer  stri-jkbòut (Gruitrode), was driekantig ijzer dat in \'t vuur gloeiend werd gemaakt en in het strijkijzer gelegd met een lang ... (invuller heeft de zin kennelijk niet afgemaakt; zie vragenlijst).  strjeik-bout (Nunhem) II-7, III-2-1
strijkboutje boutijzer:   strīkbɛjtšǝ (Meeuwen) II-7
strijkbred persbok:   štrīxbręt (Bleijerheide), persplank, strijkplank:   štrīkbręt (Montzen), štrīxbręt (Kerkrade) II-7
strijkdis perstafel, strijktafel:   štrikdø̄š (Doenrade), štrīkdø̄jš (Montzen), štrīxdøš (Bleijerheide, ... ) II-7
strijkdoek perslap, strijklap:   striǝkdōk (Eisden), strīkdōk (Meeuwen), strīkdūk (Lanaken), štrikdōk (Born) II-7
strijkdraad afstrijkboog:   štrī̄k˱drǭt (Klimmen) II-8
strijken afzeilen:   strijken (Helden), bestrijken met een verdunde lijm:   strīkǝ (Maastricht), brood netten:   strikǝ (Ottersum), strīkǝ (Leuken), de was mangelen:   strĭĕjkə (Opglabbeek), de zaagtanden strijken:   strīǝkǝ (Sevenum), een boterham smeren:   strikə (Kerkhoven), breien  stri̞kə (Heppen), periferie  strikə (Leopoldsburg), flikflooien: ook materiaal znd 23, 55  stree-iken (Alken), strijəke (Stevoort), strèke (Koersel), haarenkelen:   sjtrieke (Mechelen), liefkozen:   sjtrie:ke (Herten (bij Roermond)), sjtrieke (Posterholt, ... ), sjtrīēkə (Heel), strieke (Meerlo), strīēkə (Venlo), strîêkə (Schinnen), strɛ̄kələ (Aalst-bij-St.-Truiden), olieverven:   štrīxǝ (Kerkrade), persen:   stri-jkǝ (As), strijken (Genk, ... ), strikǝ (Meijel), striǝkǝ (Eisden), strē̜ǝkǝ (Schulen), stręjkǝ (Bilzen), štrikǝ (Noorbeek, ... ), štrīkǝ (Doenrade, ... ), schilderen, verven:   štrīkǝ (Klimmen), slaan met de zicht:   strikǝ (Neeritter), štrikǝ (Swalmen), strijken:   sjtrieke (Heerlen), strēkən (Zonhoven), strēͅi̯ʔə (Lommel), strikǝ (Meijel), strikə (Meeswijk, ... ), strīkə (Hamont), strī̄kǝ (Thorn), strīkǝ (Sevenum), štrī̄kǝ (Echt, ... ), linnengoed, zeis enz.  strèè.ke (Zonhoven), schilderen Höbs al gesjtreeke: ben je al klaar met strijken Dat is dich op die rèch gestreeke: dat is je verdiende loon  sjtrieke (Sittard), vleien:   Hij ka str eke (Koersel), Hije kam stree-iken (Alken), strijəkə (Stevoort), wetten met de strekel, strijken:   strē.kǝ (Hasselt, ... ), strē̜.kǝ (Aalst, ... ), strē̜kǝ (Halen, ... ), stręi̯.kǝ (Genk), strī.kǝ (Gellik, ... ), wrijven:   sjtrieke (Ten-Esschen/Weustenrade, ... ), sjtriekə (Kapel-in-t-Zand), sjtrīēkə (Reuver), sjtrîeke (Swalmen), stjrieke (Melick, ... ), streëke (Blerick), strieke (Tienray), strieken (Born, ... ), striekə (Grevenbicht/Papenhoven), strīēke (Heythuysen) I-3, I-4, II-1, II-12, II-3, II-7, II-8, II-9, III-1-2, III-1-4, III-2-1, III-2-3, III-3-1
strijker hoofdplaat:   štrī.kǝr (Mechelen), lucifer:   strie-ker (Blitterswijck), strieker (Castenray, ... ), striker (Afferden), strikər (Blitterswijck, ... ), strīkər (Wanssum), stïeker (Lottum), strekel, wetstok:   strīkǝrt (Echt), štrīkǝr (Gronsveld, ... ), štrīxǝr (Bocholtz), strijker:   strijker (Baarlo, ... ), strikǝr (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), strī̄kǝr (Thorn), strē.kǝr (Hasselt), strī.kǝr (Maastricht), strīkǝr (Nederweert, ... ), strɛ̄kǝr (Leopoldsburg, ... ), strɛ̄ʔǝr (Tessenderlo), štrikǝr (Heerlen, ... ), štrī̄kǝr (Echt, ... ), štrīkǝr (Gronsveld, ... ), strijkplaat:   strikǝr (Middelaar), vleier:   striekər (Kaulille), ’t es n’en strijker (Beverlo) I-1, I-3, I-9, II-8, III-2-1, III-3-1
strijkerd haarenkelen:   štrikǝrt (Herten), lucifer:   strikərt (Gennep, ... ), strijker:   štrikǝrt (Herten) I-9, III-2-1
strijkers meeljagers:   štrīkǝrs (Rothem) II-3