e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
trappegat luigat, zoldergat:   trapǝgā.t (Opoeteren), raveling:   trapǝgat (Herten) II-3, II-9
trappegeländer trapleuning:   trapǝgǝlɛndǝr (Simpelveld) II-9
trappelatje afdeklat:   trapǝlɛtjǝ (Stein) II-9
trappelen beweeglijk rondlopen:   trappele (Bunde), trappele(n) (Sint-Truiden), de grond vasttreden, aanstampen:   tra.pǝlǝn (Achel), trá.pǝlǝn (Neerpelt), hinken:   trīēpele (Meeuwen), stuiptrekken:   trapǝlǝ (Blerick), trappelen:   trappele (As, ... ), trappelen (Achel, ... ), trappelə (Doenrade, ... ), trappen (Meijel), trappələ (Epen, ... ), trappələn (Urmond), tràppölö (Stevensweert), tráppele (Venray), tráppələ (Susteren, ... ), trappelende bewegingen maken:   trabǝlǝ (Hoepertingen), trappǝlǝ (Baexem, ... ) I-2, I-9, II-1, III-1-2
trappeleun trapleuning:   trapǝlø̜̄n (Stein) II-9
trappelgans restant vogels:   trampelgaus (Stokkem) III-4-1
trappelokmal holmal:   trapǝlǫaxmal (Bleijerheide) II-9
trappen deeg kneden met de voeten:   trappen (Maastricht), het orgel trappen:   trappe (Tungelroy), kleppen:   trapǝ (Sevenum), molentrappen:   trapǝ (Weert), trɛp (Kaulille), schoppen:   trappe (Valkenburg), trappə (Beesel, ... ), tràppə (Nieuwenhagen), tráppə (Venlo), wɛchtrappən (Dilsen), tegen de bal schoppen:   trappe (Doenrade, ... ), trappen (Born, ... ), trapə (Nieuwenhagen, ... ), vooruittrappen:   trapǝ (Oirsbeek) I-9, II-1, II-3, II-4, III-1-2, III-3-2, III-3-3
trappen-gelènder trapleuning:   trapəgəlɛndər (Simpelveld), trapəjəlɛndər (Bleijerheide, ... ) III-2-1
trappengang trappenhuis:   trapəjaŋk (Bleijerheide, ... ) III-2-1