e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
uitgemergde zeug afgetrokken zeug:   ūsjǝmɛrgdǝ [zeug] (Kerkrade) I-12
uitgemeten aanstaan:   øt˲gǝmēʔǝ (Tessenderlo), ūt˲gǝmētǝ (Montfort) II-9
uitgemolken alles kwijt:   utgemolken (Paal) III-3-2
uitgemolken bonte koe persoon die alles kwijt is:   utgemolken bonte koei (Paal) III-3-2
uitgemolken koe persoon die alles kwijt is: uitgemolken koe  uitgemolken koj (Beringen) III-3-2
uitgepaald aanstaan:   ū.t˲gǝpø̜̄lt (Panningen), ūt˲gǝpǭltj (Neeritter) II-9
uitgeperste honing pershoning:   uitgeperste honing (Kerkhoven) II-6
uitgepieringde grond onvruchtbare grond:   ǝtgǝpirŋdǝ gront (Meldert) I-8
uitgeprimeerde duur geprimeerde stier:   utgǝprimɛ̄rdǝn dø̄r (Eisden) I-11
uitgerafeld (volt. deelw.) rafel:   aatgerefeld (Sint-Truiden), het oetgeruffeld (Eisden), oetgeruffeld (Hechtel), Men gebruikt nooit het zelfstandig naamwoord; men zegt t is oetgeruffelt.  / (Genooi/Ohé, ... ) III-1-3