e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
vanggeweeg achteraanweeg:   vaŋ˲gǝwēx (Tessenderlo) II-3
vanghaak ruiter:   vaŋhǭk (Gennep), vanghaak:   vanghaak (Arcen, ... ), vaŋhǭk (Herten, ... ) II-3
vanghok inrichting waarin binnenkomende duiven in een val zitten:   vanghok (Geleen) III-3-2
vangig bijdehand: cf.Schuermans p. 773, s.v. "vangig"= verstandig (iemand wiens verstand gauw iets vangt of vat)  vengig (Tungelroy), slim:   venging (Jeuk), veŋix (Lanklaar), (= vinnig).  vèngeg (Caberg), cf. Schuermans p. 773 s.v. "vangig"= bijv. verstandig. ("een vangige jongen")  vèngich (Meeuwen), cf. Schuermans s.v. "vangig  véngəch (Niel-bij-St.-Truiden) III-1-4
vangige, een - slimmerik: Schuermans p. 773, s.v. "vangig"= verstandig (iemand wiens verstand gauw iets vangt of vat) ("een vangige jongen")  ĕnnè vĕngige (Schimmert) III-1-4
vangijzer ruiter:   vaŋīzǝr (Weert), vanghaak:   vangijzer (Heythuysen), vaŋizǝr (Merselo), vaŋīzǝr (Nederweert) II-3
vangijzers maanijzers:   vaŋīzǝrs (Weert) II-3
vangkant achteraanweeg:   vangkant (Lummen, ... ), vaŋkanjt (Herten) II-3
vangkeper horizontale sluitbalk van een poort:   vaŋk‚ēpǝr (Eisden) I-6
vangketting vangketting:   vangketting (Maasbracht), vaŋketeŋ (Herten, ... ), vaŋkęteŋ (Kaulille, ... ) II-3