21435 |
zijn broodje is gebakken |
rijk zijn:
ps. omgespeld volgens Frings.
zə bry(3)̄tšə əs gəbakə (P174p Velm)
III-3-1
|
|
19089 |
zijn catechismus aflezen |
iemand uitschelden:
iemand zijne kattekiesmus aafliezen (Q002p Hasselt)
III-1-4
|
|
20469 |
zijn charles afspelen |
masturberen:
zënë sjaarël ôofspeelë (Q162p Tongeren)
III-2-2
|
|
20469 |
zijn charles sleuren |
masturberen:
zène sjaarel sleure (K361p Zolder, ...
K361p Zolder)
III-2-2
|
|
20145 |
zijn cong krijgen |
een blauwtje lopen:
zenne congé krijge (Q078p Wellen)
III-2-2
|
|
27591 |
zijn dagen krijgen |
ontslag krijgen:
zijn dagen krijgen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
, ... [Winterslag, Waterschei]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei])
II-5
|
|
27271 |
zijn dagen opzeggen |
ontslag nemen:
zijn dagen opzeggen (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
II-5
|
|
27271 |
zijn demissie nemen |
ontslag nemen:
zǝn dǝmesi nē.mǝ (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Domaniale])
II-5
|
|
20145 |
zijn dooppapieren krijgen |
een blauwtje lopen:
zen doppepieren krijge (Q078p Wellen)
III-2-2
|
|
19218 |
zijn draai niet kunnen vinden |
onwennig (voelen):
z⁄nen drej neet kunne vinden (L292p Heythuysen)
III-1-4
|
|