e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zijn korenpijp toedoen sterven: zijn korenpijp toedoen  z’n keu.repèè.p toedouë.n (Hasselt) III-2-2
zijn laatste het einde van zijn leven:   zee leste (Rijkhoven) III-2-2
zijn laatste dagen het einde van zijn leven:   z’n leiste dóóg (Groot-Loon) III-2-2
zijn laatste pijp roken sterven:   zien leste piep rouke (Klimmen, ... ) III-2-2
zijn lach opkunnen kommervol (zijn): kommer:   ziene lach opkinne (Herten (bij Roermond)) III-1-4
zijn lade hebben dronken zijn:   zien laaj hebbe (Wanssum) III-2-3
zijn lade vol hebben dronken zijn:   z’n laoj voül hebbe (Gronsveld) III-2-3
zijn lampje is uit dood (adj. schertsend bedoeld: znd 23, 022b;  ze lempke is uit (Spalbeek) III-2-2
zijn lange broek nog niet aan hebben minderjarig: znd 31, 23a  hij heeft zijn langen broek nog ni aan (Sint-Truiden) III-2-2
zijn leed inslikken iets opkroppen:   zien liëd ienslikke (Oirlo) III-1-4