e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zijn metier is stilgevallen dood (bn.): = slinger, tikker, wekker  zenne metùir is stilgevalle (Kortessem) III-2-2
zijn mis? is gemaakt dood (adj. schertsend bedoeld: znd 23, 022b;  zə més es gema͂k (Hasselt) III-2-2
zijn mond roeren welbespraakt zijn:   dee kin ziene moond wel reure (Maastricht) III-3-1
zijn mondje bij zich hebben welbespraakt zijn:   de munneke bei diech hubbe (Maastricht) III-3-1
zijn mondje roeren welbespraakt zijn:   zie muundjə reurə (Oirsbeek) III-3-1
zijn muil bij zich hebben welbespraakt zijn:   dee heet zən mojl bij zich (Maastricht) III-3-1
zijn muil meester zijn welbespraakt zijn:   zin mōēl méjster (As) III-3-1
zijn muis afspelen masturberen:   z`n muis ôofspeelë (Tongeren) III-2-2
zijn nest niet vinden zich vervelen:   zijn nest niet vinden (Meeuwen) III-1-4
zijn neus optrekken minachten; minachtend:   z⁄n noas optrekke (Hoeselt) III-1-4