e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 646
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
ijf taxus: WLD  iĕf (Schimmert), ± WLD  if (Vlijtingen) III-4-3
ijl mager:   iel (Boeket/Heisterstraat), slank:   iel (Geleen, ... ), stroef:   ai̯l (Tongeren), ēͅl (Hasselt), eͅi̯əl tān (Beverst) III-1-1, III-2-3
ijn bloemkuip:   tiŋ (Eys) II-1
ijs bomijs:   iesch (Amby), ijs (Afferden), ijs (alg.):   i:s (Sint-Geertruid), ie-es (Weert), ies (Afferden, ... ), iesch (Amby, ... ), ieəs (Grubbenvorst), iēs (Bingelrade, ... ), iĕs (Oirlo, ... ), iš (Meijel), iës (Grubbenvorst), ī.s (Beverlo, ... ), īēs (Blerick, ... ), īs (Belfeld, ... ), īz (Roermond), ís (Oostrum, ... ), îs (Reuver), îês (Heel, ... ), (iêske).  ī.s (Tungelroy), (verkleinwoord: iêske).  ī.s (Altweert, ... ), eis  ī.s (Eupen), Opm.: gerekt.  ies (Kerkrade), Opm.: ie van hier.  ies (Berg-en-Terblijt), ps. boven de È staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  īs (Heijen, ... ), ps. of toch omspellen volgens IPA: [Ès]?  i:s (Noorbeek), ps. onder de i staat nog een streepje; deze combinatieletter is niet te maken.  iəs (Roermond), ijsje:   iès (Venlo), iês (Nederweert, ... ), Verklw. ieske  iès (Venlo), ¯n poorsie ies ete  ies (Maastricht), ijspegel: ijskegel.  ēͅəs (Beverlo), ijzel, bevroren neerslag:   ies (Kaulille), ijs (Helchteren), rijp, rijmx:   ie.s (Waubach) III-2-3, III-4-4
inj ui, ajuin:   ienj (Bree, ... ), ienjs (Bocholt) I-7
irk kwijl: Als van een herkauwende koe.  irk (Gors-Opleeuw) III-1-1
its kruiwagenas:   ets (Munstergeleen) I-13
jak [jasje]:   jak (Heerlen), [kazavek?]: Op de vraag antwoordt de informant het volgende: "Onbekend; wel jak = zelfde betekenis als kazevek"009b: Borstbekleedsel.  jak (Peer), [wambuisjas?]:   jak (Amstenrade), borstrok (voor vrouwen):   jak (Halen, ... ), jeͅk (Donk (bij Herk-de-Stad)), bovenstuk van een jurk:   jak (Horn, ... ), damesblouse:   jak (Maasniel, ... ), doodskleed:   jak (Susteren), jacquetjak:   jak (Achel, ... ), langer  jak (Klimmen), jak:   ene lange (jak) (Oirsbeek), jak (Achel, ... ), jakk (Lontzen), jāk (Bree), jek (Beek, ... ), joak (Roermond), ják (Hechtel), jäk (Tessenderlo), jèk (Schimmert), lange jak (Tegelen), lange jek (Schimmert), (mannelijk).  jak (Eys), [jekske vertaald als jasje in vb.]  jak (Venlo), Het hoge boordje versterk met baleintjes noemde men gimp (naar Fr. gulimpe).  jak (Eijsden), informant: was vroeger zo  jak (Herten (bij Roermond)), meer in heupen  jak (Kermt), Opm. bijv. ich kom dich aan d´t jak. (ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a).  jak (Beegden), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  jak (Heer), van laken of andere dichte stof, van voren met knopen dichtgemaakt  jak (Sittard), Vero.  jak (Gronsveld), Vgl. baskien*.  jak (Maastricht), jasje van het mantelpak:   jak (Halen), joak (Roermond), jurk:   we zullen daan jak ganz môtten lostorre um te kunnen veranderen (Arcen), korte overjas:   ja.k (Halen), jek (Egchel), [sic]  jek (Maastricht), kort  jekke (Herten (bij Roermond)), nachthemd:   jak (Lommel), rok als bovenkledingstuk:   jak (Heythuysen), spijkerjas:   jek (Ell, ... ) III-1-3, III-2-2
jam dik sap van steenvruchten: ideosyncr.  jām (Oirsbeek), jam:   chem (Sint-Odiliënberg), chèm (Itteren), jam (Amby, ... ), jem (Buggenum, ... ), jèm (Kesseleik, ... ), jém (Moorveld (Waalsen), ... ), schem (Gulpen, ... ), sjam (Simpelveld, ... ), sje:m (Montfort), sjem (Beesel, ... ), sjēm (Brunssum), sjäem (Eys), sjèm (Haelen, ... ), sjém (Jabeek, ... ), zjem (Beek, ... ), zjēm (Maastricht, ... ), zjèm (Geleen, ... ), zjém (Amstenrade, ... ), žɛm (Ingber), ž‧ɛ̄m (Eys), engels  jam (Roermond), Geef miech e beutremke mèt zjem Zjem make Reik miech de zjem ins aon: jampotje  zjem (Maastricht), jam  zjem (Meijel) I-7, III-2-3
jan <naam>: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  Jan (Wanssum), ekster:   jan (Bos, ... ), nə jan (Lommel), haagbeuk:   jan (Heers), kauw:   jan (Sittard), penis:   jan (Grevenbicht/Papenhoven), Schertsend  miene jan (Thorn), roek:   jan (Ospel), staander: (mv)  janǝ (Weert) II-3, III-1-1, III-3-2, III-4-1, III-4-3