e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 646

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zot boer in het kaartspel:   zot (Bree, ... ), zòt (Sint-Truiden), als alternatief voor boer  zot (Hoepertingen), als alternatief voor gek  zot (Hoepertingen), minder gebruikt dan gek  zot (Groot-Gelmen), dartel:   zǫt (Gingelom), gek:   zot (Ittervoort, ... ), zot (onzinnig) (Bocholt), zoͅt (Meeuwen), zòt (As, ... ), mein dje da ¯ch zot ben: ge denkt toch niet dat ik gek ben  zot (Kortessem), guit, schalk:   zot (Achel), hansworst:   zot (Leopoldsburg), kolder:   zǫt (Hasselt), manziek:   zot (Lommel), middelste kegel:   de zot (Bocholt, ... ), zot (Hechtel, ... ), zót (Bocholt), pretmaker:   zòt (Loksbergen), schoorsteengek:   zǫt (Tessenderlo) I-9, II-9, III-1-4, III-2-2, III-3-2
zou varken:   zou̯ (Montzen), vrouwelijk varken:   so.u̯ǝ (Baelen), sou̯ (Vaals), søu̯ (Eupen), sāu̯ (Maastricht), zau̯ (Eygelshoven, ... ), zo.ǝu̯ (Schaesberg), zou̯ (Bocholtz, ... ), zoǝu̯ (Welkenraedt), zuu̯.ǝ (Eupen, ... ), zōu̯ (Bocholtz, ... ), zǭu̯ (Bocholtz), zeug met biggen:   zou̯ (Eygelshoven, ... ), zǫu̯ (Nieuwenhagen), zǭu̯ (Noorbeek, ... ) I-12
zul dorpel:   søl (Riksingen), sęl (Hasselt), zø ̞l (Tongeren), zøl (Borgloon, ... ), zøǝl (Groot-Gelmen, ... ), zø̄l (Vliermaalroot, ... ), zø̜l (Aalst, ... ), zęl (Hasselt, ... ), zęǝl (Bree), koedrempel, kribbeboom:   zøl (Lommel), zø̜l (Lommel), koeienstand:   zø̜l (Borlo), mestgang:   zø̜l (Lummen), overloop:   zøl (Gutshoven), slagdorpel, slagdrempel:   zø̜l (Kortessem), stijlvoetplaat:   zøl (Opheers), stoep:   søl (Riksingen, ... ), z"l (Sint-Truiden), zyəl (Koninksem), zøl (Sint-Truiden), zø͂ͅl (Sint-Truiden), zøͅl (Heers, ... ), stoep, "zulle  zöl (Sint-Truiden), stoep, trottoir:   søl (Riksingen), zyəl (Koninksem), zø͂ͅl (Sint-Truiden), zøͅl (Sint-Truiden), vaste voer- en drinkbak:   zø̜̄l (Lommel), vensterbank:   zęl (Zepperen, ... ), voorstal, voedergang:   zul (Beringen), zø̞ ̞l (Riksingen), zęl (Hasselt), waterdorpel:   zēl (Kuringen, ... ), zęl (Hasselt, ... ) I-6, II-3, II-9, III-2-1, III-3-1
zus dochter: soms -; meestal bij naam aangesproken  zus (Venlo), zuster:   zeus (Gennep), zus (Nuth/Aalbeek, ... ), broers en gezusters  zus (Geysteren), Broers en zusters samen: kinderen  zus (Bergen), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  zus (Valkenburg) III-2-2
zèe vrouwelijke hond, teef:   zü’e (Eupen) III-2-1
zǫk deegkleedje:   zak (Heerlen, ... ), zǫk (Lommel), %%meervoud%%  zɛk (Arcen, ... ) II-1