e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
affoefelen aftroggelen:   aaffóffele (As) III-3-1
affoetelen afdingen:   aaffŏĕtele (As), aftroggelen:   aaffoetele (Dieteren, ... ), aaffoetelen (Geleen), aaffoetelə (Doenrade) III-3-1
affoezelen aftroggelen:   āāffōēsjələ (Reuver) III-3-1
affrbelen prutsen:   aofrôbbele (Gronsveld) III-1-4
affreus gruwelijk:   affreus (Noorbeek, ... ) III-1-4
affriezen omboorden:   ǭffrisǝ (Eijsden) II-7
affronteren iemand uitschelden:   affroendeeren (Heppen) III-1-4
affronteren (<fr.) minachten; minachtend:   àfròntijrə (Loksbergen), uitschelden:   affroenteeren (Heppen) III-3-1, III-1-4
affutselen aftroggelen:   oaffutselen (Eigenbilzen) III-3-1
affutsen aftroggelen:   aoffotsjen (Noorbeek) III-3-1