e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
afbrokkelen afkalven:   (aaf)brokkələ (Hunsel), aafbrokkele (Beesel, ... ), aafbrokkelen (Born, ... ), aafbrokkələ (Kelpen), aafbròkkələ (Kapel-in-t-Zand), aafbrôkkele (Lutterade), aafbrökele (Vaals), aafbrökkele (Amby, ... ), aafbrökkələ (Epen), afbrokkele (Eys, ... ), afbrokkelen (Haler, ... ), afbrokkələ (Meijel), aof brokkele (Maastricht), aofbrokkele (Maastricht), aofbrokkələ (Caberg), aofbrökkele (Gronsveld), āāf brokkələ (Reuver), āāfbrokkele (Ten-Esschen/Weustenrade), àfbròkkələ (Loksbergen), ááfbròkkele (Venlo), ááfbròkkələ (Nieuwstadt), ááfbròkələ (Amstenrade), ááfbrökkələ (Heerlen), ââfbrokkelen (Schimmert) III-4-4
afbuilen grof dorsen:   āfbø̄lǝ (Zelem) I-4
afbuitelen de berg afrollen:   de bêrg aafboutelen (Peer), nə beͅrg afboͅdələ (Sint-Truiden), B.v. hij boutelde hals iever kop v.d. berg aaf.  den berg aafboutelen (Neeroeteren), Zeer ruw.  de berg aafbautelen (Neeroeteren) III-1-2
afbügeln afpersen:   āfbȳjǝlǝ (Bleijerheide) II-7
afdak afdak:   aa.fdaa.k (Hasselt), aafdaak (Amby, ... ), aafdaak (o) (Borgharen), aafdak (Blitterswijck, ... ), aafdāāk (Ulestraten), afdaak (Baarlo), afdak (Afferden, ... ), af˂dak (Halen, ... ), af˂dāk (Bilzen, ... ), af˂dōͅk (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), af˂doͅək (Velm, ... ), aofdaok (Blerick), avdak (Well), āāfdāāk (Sittard), āfdaak (Horst, ... ), āfdā.k (Tegelen), āfdōͅk (Lanaken, ... ), āf˂dak (Amby, ... ), āf˂dāk (Altweert, ... ), āf˂dōͅk (Sint-Truiden, ... ), ēͅf˂dāk (Kermt, ... ), oufdouk (Zichen-Zussen-Bolder, ... ), ōͅf˂dāk (\'s-Herenelderen, ... ), ōͅf˂dōͅk (Kanne, ... ), ōͅf˂dōͅək (Bilzen, ... ), oͅf˂doͅk (Hoepertingen, ... ), oͅəf˂doͅək (Zonhoven, ... ), áfdák (Castenray, ... ), ôofdôok (Tongeren), āf˱dāk (Klimmen), āǝf˱dāk (Panningen), (Sjöp).  aafdaak (Valkenburg), Gewoner  aofdaak (Maastricht), Good geti-jg moot ònder ein aafdèèkske hange: zei de man met de omvangrijke buik  aafdak (As, ... ), Overdekking van een ruimte, bijv. op een speelplaats, aan een woning e.d.  ao.fdao.k (Zonhoven), afdakje boven de poort:   af˱dak (Halen, ... ), af˱daǝk (Velm), af˱dāk (Hamont), af˱dǭk (Sint-Truiden), āf˱dāk (Baarlo, ... ), āf˱dāǝk (Rotem), ǭf˱dǭk (Val-Meer, ... ), bijenhal:   af˱dak (Laar), dekkleedje:   afdak (Kerkhoven), overdekte doorgang achter de dubbele toegangspoort:   āf˱dāk (Sittard), oversteek boven teruggebouwde schuurpoorten:   āf˱dāk (Reuver), overstekend dakgedeelte op de binnenplaats:   af˱dak (Cadier, ... ), af˱dōǝk (Borlo), af˱dǭk (Sint-Truiden), āf˱dāk (Ell, ... ), āǝf˱dāǝk (Kermt), ǫf˱dǫ.k (Mal), ǫu̯f˱du̯ǫk (Riksingen), ǭf˱dǭk (Borgloon, ... ), ruimte onder de oversteek boven teruggebouwde schuurpoorten:   af˱dak (Linkhout), af˱dǭk (Sint-Truiden), āf˱dāk (Thorn), ruimte voor een teruggebouwde poort:   af˱dak (Linkhout), schop, afdak voor landbouwgereedschappen:   afdak (Beringen, ... ), afdāk (Bilzen, ... ), afdǫǝk (Velm), afdǭk (Sint-Truiden), afdǭx (Sint-Truiden), af˱dak (Tessenderlo), af˱dǭk (Aalst), ãf˱dõk (Borgloon), ā.f˱dā.k (Meeuwen, ... ), āfdak (Loksbergen), āfdāk (Amby, ... ), āfdǭk (Lanaken, ... ), āf˱dak (Halen), āf˱dāk (Berverlo, ... ), āf˱dīk (Kaulille), āf˱dǭk (Rummen, ... ), ǫfdǫk (Hoepertingen, ... ), ǭfdak (Sint-Lambrechts-Herk), ǭfdāk ('S-Herenelderen, ... ), ǭfdǫǝk (Vliermaal), ǭfdǭǝk (Bilzen), ǭf˱dǭ.k (Tongeren), ǭf˱dǭk (Ketsingen, ... ), stookhuis:   (onder een) āfdāk (Baarlo), zadeldak:   āf˱dāk (Sittard), ǭf˱dǭk (Romershoven) I-6, II-2, II-6, II-8, II-9, III-2-1
afdakje afdakje boven de poort:   af˱dɛkskǝ (Gennep, ... ), āf˱dǭkskǝ (Borgloon), āf˱dɛ̄kskǝ (Einighausen, ... ), ǭf˱dǭkskǝ (Diepenbeek), oversteek boven teruggebouwde schuurpoorten:   ǭf˱dǫksǝk (Borgloon), overstekend dakgedeelte op de binnenplaats:   ãf˱dǫkskǝ (Borgloon), ǭf˱dękskǝ (Eigenbilzen) I-6
afdalen afdalen:   af˱dālǝ ([Maurits]) II-5
afdamming dam:   afdamming (Sint-Truiden, ... ), ǭf˱dampeŋ (Alken, ... ) II-3, III-3-1
afdampen sterven:   aafdampe (Klimmen) III-2-2
afdanking ontslag:   ā.fda.ŋkeŋ (Zolder  [(Zolder)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), āfdankeŋ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zolder]) II-5