20323 |
af laten weten |
sterven:
áf laote wieëte (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray))
III-2-2
|
|
18010 |
af vallen |
flauwvallen:
afvallen (Q002p Hasselt),
āōfvallen (Q175p Riemst),
hije is afgevallen (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
öëfvallen (Q078p Wellen)
III-1-2
|
|
20614 |
af zijn |
honger hebben:
aaf zie (Q121p Kerkrade),
klaarkomen:
aaf zien (Q021p Geleen),
⁄t is oaf (Q171p Vlijtingen),
lens zijn:
āf ˲zen (Q098p Schimmert),
āf ˲zē.n (Q020p Sittard),
āf ˲zēǝn (L414p Houthalen),
uitgeteld zijn:
āf (Q099q Rothem),
van zijn plaats rollen add.:
āf (L271p Venlo)
I-11, II-11, III-1-4, III-2-3, III-3-2
|
|
22875 |
af-side |
buitenspel:
`afsɛ.id (L317p Bocholt),
a:fsaei.t (Q074p Kortessem),
af`seͅit (Q003p Genk),
affzijd (L320a Ell),
afsait (L434p Limbricht),
afseid (L291p Helden/Everlo, ...
L298p Kessel,
Q075p Vliermaalroot),
afseit (L317p Bocholt, ...
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L414p Houthalen,
L217p Meerlo,
L433p Nieuwstadt,
L318b Tungelroy),
afsēͅit (L359p Beek (bij Bree)),
afseͅit (L247z Broekhuizenvorst),
afseͅt (P218p Borlo),
afsiet (Q071p Diepenbeek),
afsijd (Q166p Vechmaal),
afsijt (L324p Baexem, ...
Q086p Eigenbilzen,
L292p Heythuysen,
Q077p Hoeselt,
L325p Horn,
L316p Kaulille,
L377p Maasbracht,
L321p Neeritter,
L266p Sevenum),
afsè.jd (L164p Gennep),
afséj.d (Q002p Hasselt),
afzeidt (L421p Dilsen),
afzeit (Q035p Brunssum),
afzijd (L312p Neerpelt),
afzijt (Q208p Vijlen),
afzɛ:t (K316p Heppen),
asseit (L317p Bocholt),
aufseit (L423p Stokkem),
àfsèèt (P176p Sint-Truiden),
1. bw. De centervoor (midvoor) stond afzijt.
afseͅit (K278p Lommel),
2. Vrije trap wegens buitenspel.
afseit (K361p Zolder),
Afseid.
afseͅit (L286p Hamont),
Eng. off-side.
a(f)sij.t (Q001p Zonhoven),
a(f)sèè.ët (Q001p Zonhoven),
Karte 167.
afsa.jt (Q250p Hombourg),
afse.jt (Q007p Eisden, ...
Q113p Heerlen,
Q188p Kanne,
Q088p Lanaken,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q199p Moelingen,
Q013p Uikhoven,
Q091p Veldwezelt,
Q172p Vroenhoven,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
Offside.
afsei̯.t (Q002p Hasselt),
Sub boettespeel.
afsijt (L353p Eksel)
III-3-2
|
|
32808 |
af[eggen] |
eggen na het zaaien:
āf˱[eggen] (L265b Kronenberg
[(langs de kanten)]
, ...
Q197p Noorbeek,
Q197a Terlinden),
ǭ.f[eggen] (Q160p Bommershoven, ...
Q240p Lauw),
ǭf˱[eggen] (Q198p Eijsden),
eggen vóór het zaaien:
ãf˱[eggen] (Q088p Lanaken),
ā.f[eggen] (L369p Kinrooi),
āf˱[eggen] (L370p Kessenich),
ǭ.f˱[eggen] (Q240p Lauw),
ǭf˱[eggen] (Q242p Diets-Heur),
onkruid uiteggen, ondiep geploegd (stoppel):
af˱[eggen] (P219p Jeuk, ...
P180p Kerkom,
P174p Velm),
ã.f˱[eggen] (Q096c Neerharen),
áf˱[eggen] (P179p Aalst, ...
P178p Brustem,
P182p Buvingen),
ā.f˱[eggen] (P224p Boekhout, ...
Q010p Opgrimbie,
P177a Ordingen,
Q012p Rekem),
āf(h)ęgǝn (Q015p Stein),
āf˱[eggen] (Q019p Beek, ...
Q106p Bemelen,
L429a Berg,
Q211p Bocholtz,
Q011p Boorsem,
L421p Dilsen,
Q007p Eisden,
Q018p Geulle,
Q113p Heerlen,
Q111p Klimmen
[(na het stropen)]
,
Q006p Leut,
Q192p Margraten
[(na het belken of stropen)]
,
L424p Meeswijk,
Q117p Nieuwenhagen,
Q197p Noorbeek,
Q099q Rothem,
Q118p Schaesberg,
Q197a Terlinden,
Q013p Uikhoven),
ǭ ̞.f [eggen] (P177p Zepperen),
ǭ.f[eggen] (Q169p Membruggen, ...
Q182p Nerem
[(na het belken)]
,
Q241p Rutten,
Q168p s-Herenelderen),
ǭ.f˱[eggen] (Q072p Beverst, ...
Q160p Bommershoven,
Q159p Broekom,
P186p Gelinden,
Q153p Gors-Opleeuw,
Q079p Guigoven,
P197p Heers,
Q164p Heks,
Q174p Herderen,
P188p Hoepertingen,
Q165p Hopmaal,
Q157p Jesseren,
Q188p Kanne,
Q152p Kerniel,
P220p Mechelen-Bovelingen,
Q157a Overrepen,
P223p Rukkelingen-Loon,
Q181p Sluizen,
Q166p Vechmaal,
Q075p Vliermaalroot,
Q073p Wimmertingen
[(als de akker op holvoren of op panden is geploegd)]
,
Q079a Wintershoven),
ǭf [eggen] (Q077p Hoeselt, ...
Q168a Rijkhoven),
ǭf[eggen] (Q162p Tongeren, ...
Q178p Val-Meer),
ǭf˱[eggen] (Q163p Berg, ...
P187p Berlingen,
Q083p Bilzen,
Q156p Borgloon,
Q193p Gronsveld,
P184p Groot-Gelmen,
Q170p Grote-Spouwen,
P195p Gutschoven,
Q094p Hees,
Q167p Koninksem,
Q074p Kortessem,
Q089p Martenslinde
[(na het belken)]
,
Q177p Millen,
Q090p Mopertingen,
Q198b Oost-Maarland,
Q175p Riemst,
Q076p Romershoven,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern,
Q162p Tongeren,
Q178p Val-Meer,
Q091p Veldwezelt,
Q080p Vliermaal,
Q171p Vlijtingen,
P192p Voort,
Q172p Vroenhoven,
Q078p Wellen,
Q155p Werm,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
ǭǝ.f˱[eggen] (Q161p Piringen),
˙ãf˱[eggen] (Q200p s-Gravenvoeren, ...
Q247p Sint-Martens-Voeren,
Q247a Sint-Pieters-Voeren),
˙āf˱[eggen] (Q191p Cadier),
%%bij de volgende opgaven van dit type zou het object, dat niet werd opgegeven, "de akker" of "het land" kunnen zijn, maar ook het daaruit op te eggen "onkruid"%%
af[eggen] (P219p Jeuk, ...
P222p Opheers),
overlangs heen en weer eggen:
af˱[eggen] (L192a Siebengewald),
weiland bewerken met de kettingeg:
ǭ.f˱[eggen] (Q003p Genk)
I-2
|
|
32697 |
afakkeren |
ondiep ploegen:
ā.f˱[akkeren] (Q002p Hasselt, ...
P057p Kuringen,
P056p Stokrooie),
ǭ.f˱[akkeren] (Q002a Godschei),
uiteenploegen:
af[akkeren] (P222p Opheers),
ã.f˱[akkeren] (Q002a Godschei, ...
P057p Kuringen),
ãf˱[akkeren] (Q002p Hasselt),
ǭf˱[akkeren] (P118p Kozen, ...
P058p Stevoort)
I-1
|
|
33109 |
afbaarden |
grof dorsen:
af˱bǫǝdǝ (P214p Montenaken),
af˱bǭdǝ (P179p Aalst, ...
P218p Borlo,
P182p Buvingen,
P115p Duras,
P173p Halmaal,
P219p Jeuk,
P117p Nieuwerkerken,
P172p Wilderen),
āf˱bǭrǝ (Q088p Lanaken),
ǭ.f˱bǭdǝ (Q163p Berg, ...
Q152p Kerniel,
Q162p Tongeren
[(ook op een bok of tegen een ladder)]
),
ǭ.f˱bǭrǝ (Q188p Kanne, ...
Q175p Riemst,
Q172p Vroenhoven,
Q005p Zutendaal),
ǭf˱bǭdǝ (Q177p Millen),
ǭf˱bǭrǝ (Q087p Gellik, ...
Q077p Hoeselt,
Q091p Veldwezelt,
Q084p Waltwilder)
I-4
|
|