e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
afbeuken luid schreien:   ààfbéúkə (Hamont), noten afslaan:   afbauke (Jeuk) III-1-4, III-2-3
afbidder kwakzalver:   afbidder (Oirlo) III-1-2
afbieden afdingen:   -fbe:jə (Maastricht), aaf-bie-ë (Bleijerheide), aafbejen (Elen), aafbieën (Eigenbilzen, ... ), aafbéje (Bree), afbējə (Lozen), afbieden (Leopoldsburg, ... ), afbījə (Herk-de-Stad), afbīən (Kwaadmechelen), āfbēijə (Maaseik), āfbiən (Houthalen), āfbīən (Helchteren), āvbīən (Eksel), ōͅfbijə (Veulen), ōͅfbījə (Beverst), àfbīējə (Loksbergen), (koper).  afbieden (Meeuwen), ps. niet omgespeld!  afbiə (Rummen), ps. omgespeld volgens Frings.  āfbēnə (Teuven), āfbeͅjə (Hasselt), āfbijə (Kaulille), āfbījən (Hamont), āvbējə (Lanklaar), āvbiə (Hasselt), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  ⁄āfbijən (Neerpelt), melden (kaartterm):   mekander afbieden (Kwaadmechelen), onderhandelen: ps. omgespeld volgens Frings.  oͅbejə (Val-Meer), trekken en talmen:   aafbéje (Bree), verlagen: ps. omgespeld volgens IPA.  ōͅf’bīə (Gelinden, ... ) III-3-1, III-3-2
afbiezen biezen:   āfbizǝ (Posterholt), omboorden:   afbiezen (Houthalen, ... ), afbizǝ (Jeuk, ... ), afbīzǝ (Tessenderlo), ā.fbī.zǝ (Zolder), āfbizǝ (Born, ... ), āfbizǝn (Achel), ǭfbizǝ (Tongeren), ǭfbizǝn (Diepenbeek), ǭfbīzǝ (Herderen) II-10, II-7
afbijt afbijtmiddel:   af˱bīt (Ottersum), āf˱bī.t (Klimmen) II-9
afbijten afbijten:   af˱betjǝ (Meijel), af˱bē̜tǝ (Tessenderlo), af˱bęjtǝ (Jeuk), af˱bītǝ (Ottersum), āf˱bejtǝ (As), āf˱bi.tǝ (Maasbree), āf˱bī.tǝ (Waubach), āf˱bītǝ (Buchten, ... ), ǭf˱bęjtǝ (Bilzen, ... ), afbijten van koninginnecellen:   a.fbiwtǝn (Dilsen), afbetjǝ (Meijel), afbijten (Kerkhoven, ... ), afbītǝ (Venray), āfbę̄.tǝ (Houthalen), āfbījtǝ (Peij), āfbītǝ (Asenray / Maalbroek, ... ), ǭfbęjtǝn (Genk), bijenoorlog:   āfbītǝ (Born), darren doden:   afbijten (Beek, ... ), āfbiǝtǝ (Heerlen), āfbītǝ (Stein), inballen:   āf˱bītǝ (Maasmechelen) II-12, II-6, II-9
afbijter afbijtmiddel:   āf˱bītǝr (Gulpen) II-9
afbijtmiddel afbijtmiddel:   af˱betjmedǝl (Meijel), āf˱bi.tme ̞dǝl (Waubach), āf˱bītmedǝl (Buchten, ... ), āf˱bīǝtmedǝl (Heerlen), ǭf˱bęjtmedǝl (Diepenbeek) II-9
afbijtsel afbijtmiddel:   af˱bęjtsǝl (Jeuk) II-9
afbikken afbikken:   af˱bekǝ ([Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) II-5