e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
moeies pijnscheut: Eerder knagende pijn.  mo(e)jjes (Bilzen) III-1-2
moeikepui fruitworm:   mujkəpøͅi̯ə (Zelem) III-4-2
moeilijk bewerkelijk (zijn):   meuilijk (Stein), meujelik (Melick), meujlik (Ell, ... ), moeilijk (Jeuk, ... ), een lastig karakter hebbend: dè¯s eine hiêl mooilike mins viêr möt òm te goan  mooilik (As, ... ), Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend  meuilek (Weert), meujlik (Maastricht), moojlik (As), lastig (werken):   meuilek (Kesseleik), meuilik (Nunhem), meujelik (Horst, ... ), meujeluk (Maastricht), meujle (Roermond), meujlik (Haelen, ... ), meujlək (Kelpen), meujələk (Maastricht), moe-jlek (Venray), moe-jəlik (Kapel-in-t-Zand), moeilek (Meerlo), moeilijk (Montfort, ... ), moejelek (Swalmen), moojlik (As), muilik (Oirsbeek), mui̯lək (Meeuwen), mujelik (Voerendaal), möjlik (Nieuwenhagen), det waas èè mooilik vroagstèk, mân  mooilik (As, ... ), minder gebr. dan lestig (lastig)  mujjelèk (Hasselt), ook materiaal znd 30, 02  mejlijk (Kwaadmechelen), moeilijk (Lommel, ... ), moeiəlijk (Koersel), moeiələk (Beverlo), moel’k (Overpelt), moeəlek (Tessenderlo), mooilik (Opitter), mujlək (Sint-Huibrechts-Lille), ondeugend, stout:   muijelik (Merkelbeek) III-1-4
moeilijk karakter lastig kind:   meujlijk karakter (Hoensbroek), moeilĕk kĕrĕktêr (Hoeselt) III-1-4
moeilijk kunnen ademen kortademig:   ər kōn m"jələk oujəmə (Lanaken) III-1-2
moeilijk paard weerstand biedend:   mui̯ǝlǝk pɛ̄i̯ǝt (Tessenderlo) I-9
moeilijk van karakter een lastig karakter hebbend:   hij is moeilijk van karakter (Sint-Huibrechts-Lille) III-1-4
moeilijk voor het eten kieskauwerig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  moelek ver het heten (Hoeselt) III-2-3
moeilijke koe voor te melken zich moeilijk laten melken:   mui̯lǝkǝ kuj vør tǝ mɛlǝkǝ (Tessenderlo) I-11
moeilijke mens knorrepot:   nə muiəjleikə mins (Heers) III-1-4