e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
moet voorkomen dagvaarden:   mot veurkômme (Oirlo), mot vuërkomme (Klimmen) III-3-1
moeten dulden:   iemməs mŏĕttə (Meijel), een zandbad nemen:   mutǝn (Maasbree), iemand graag mogen:   eemes motte (Geulle), eemes môtte (Herten (bij Roermond)), ĭĕə⁄məs mòt⁄tə (Brunssum), minachten; minachtend:   iem. nie motte (Oirlo), moeten:   moette (Kortessem), mote (Maastricht), motte (Asselt, ... ), motte(n) (Posterholt, ... ), motte/moote (Valkenburg), motten (Heijen, ... ), mōētə (Meeuwen), mōtte (Belfeld, ... ), mŏĕttə (Hamont, ... ), mŏtte (Gulpen, ... ), mŏtten (Geleen, ... ), muttən (Lommel), mòtte (Asenray/Maalbroek, ... ), mòtten (Kuringen), mótte (Altweert, ... ), móótə (Meeswijk), môtte (Gronsveld, ... ), môtten (Hoeselt, ... ), (o klank dof uitspreken).  motte (Blerick), (o; bijna oo).  motte (Venlo), (o; klinkt dof).  motte (Helden/Everlo), ich mòt, doe mòs, hae mòt, weer mòtte, geer mòtj Verrl.t. ichn mòs, hae mòs..... gemòtte of gemòs Ich haw gemòs, mer ich kòs neet Ich mòt effekes (naa W.C.) uitdr. mòtten is dwank, kriesje is kènjergezank  mòtte (Echt/Gebroek), Opm. bijv. motte is dwank. (ps. boven de a (van kantj) staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a).  motte (Beegden), Opm. o zweemt naar oe.  motte (Buchten), ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!).  mŏtte (Buggenum), wa mut iech oech (gall.): wat (hoeveel) ben ik u verschuldigd  mutte (Hasselt), ontgelden:   môtte kinne (Herten (bij Roermond)), ruien:   moete (Doenrade), moetĕ (Vijlen), moe’te (Spekholzerheide), moête (Klimmen), mōēte (Noorbeek, ... ), mūtə (Montzen), lat. mutare  moete (Gulpen), stuiken: Vgl. WNT sub moeten (III)?, Een thans verouderde scheepsterm: zachtjes voortduwen ... of zachtjes naar de eene of de andere zijde leggen.  mūtə (Swalmen), verplichting:   ich mòt (Noorbeek, ... ), moeten (Leopoldsburg, ... ), moote (Geleen), mootte (Amby), motte (Geulle, ... ), mottə (Montfort), mōtte (Roermond), mōttə (Reuver), mòtte (Klimmen, ... ), mòttə (Roermond), mòòte (Posterholt), mótte (Maasbree, ... ), móttə (Doenrade), môottə (Kelpen), môtte (Ell, ... ), te moeten (Meeuwen), ⁄t is van mote (Bree), ⁄t is van muutə (Vlijtingen), ⁄t motte (Meerlo, ... ), ⁄t moëtte (Schinnen), ⁄t mŏtte (Geleen), verschuldigd zijn:   eme get mōte (As), mòitə (Loksbergen) II-1, III-1-1, II-1, I-12, III-1-4, III-3-1, III-3-2, III-4-1
moeten aankomen bolrijs:   (het brood) mot ānkōmǝ (Noorbeek)
moeten afgaan ontlasting hebben:   motte aafgaoë (Gulpen)
moeten afsterven te snel verwerkt:   (het vlees) mut āfštɛrvǝ (Schinveld), mut ǭfstɛrvǝ (Beverst)
moeten gaan bolrijs:   (het brood) mot gǭǝ (Noorbeek), mǫt gǭn (Melick) II-1
moeten hebben een prijs vragen:   wat mòst te hubbe daorveur (Wijk), wbd: verkopen voor: ps. omgespeld volgens Frings.  ex mut suvēl heͅbə i̯anərs hāx ex sə zeͅlf (Gelieren/Bret) III-3-1
moeten kalven uitgeteld zijn:   moeten kalven (Borgloon, ... ) I-11
moeten kopen in verwachting zijn:   moeten kopen (Gruitrode) III-2-2
moeten kosten wbd: verkopen voor:   dat mòt ’t kòste (Sittard), Opm. dit zegt men hier!  het kost dich zoevööl (Oirsbeek), het mot zoevööl koste (Oirsbeek), ps. omgespeld volgens Frings.  deͅt mōt sə koͅstə (Bocholt), ’t mut zuvel koͅstə (Oud-Waterschei) III-3-1