e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
moût moutmeel:   mu (Kerkom) II-2
mp rijkswachter:   mp. (Maasbree), ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!  M. Pie (Eksel) III-3-1
mprisant (fr.) minachten; minachtend:   meprizant (Maastricht) III-1-4
mpriseren (<fr.) smalen: Van Dale: méprise (Fr.), vergissing, misvatting, dwaling.  meprizere (Maastricht, ... ) III-1-4, III-3-1
mre (fr.) grootmoeder: Schuermans s.v. "meer"zie mameer  meer (Tongeren), moeder:   meer (Koninksem, ... ), mēr (Maastricht, ... ), mèr (Martenslinde), méér (Maastricht), cf. VD F-N s.v. "mère  méér (Tongeren), gewone spreektaal  mēr (Maastricht), met accent é op de e  mēr (Maastricht), mère  meer (Kortessem), ordinair Maastrichts  mēr (Maastricht), Schuermans s.v. "meer"zie mameer  meer (Maastricht), vooral aanspreekvorm  méer (Tongeren), vroeger en nu bij arme mensen  mēr (Maastricht), zn meer is aaid  meer (Maastricht), moeder-overste:   də māēr (Nieuwenhagen), méeer (Loksbergen) III-2-2, III-3-3
mre-tje moeder:   meerkə (Maastricht, ... ) III-2-2
mubberig lauw weer:   möbberig (Blerick) III-4-4
mubberig (weer) warm weerx:   möbberig (Boekend) III-4-4
muckefuck (du.) rommelpot:   moekefoek (Kesseleik) III-3-2
mucken (du.) mopperen:   mŏĕkə (Loksbergen) III-1-4