e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
poort maken omheinen:   pōrt mākǝ (Hout-Blerick) I-8
poort van de put mijnpoort:   poort van de put (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Eisden]) II-5
poort voor dubbele toegangspoort van een gesloten erf:   pu̯øt ˲vē̜ ̞r (Rosmeer) I-6
poortboog boog:   pōrt˱bǭx (Ulestraten), pǫat˱b ̇ǭx (Ingber), dakwelving boven een schuurpoort:   pōrt˱bōx (Lummen) I-6, II-9
poortbroek broek met split: (poortbroek)  poͅutbruk (Halen) III-1-3
poortdak afdakje boven de poort:   pu̯ōtdǭk (Riksingen), pūǝtdāk (Zepperen), overdekte doorgang achter de dubbele toegangspoort:   pu̯ǫt˱dǭk (Eigenbilzen) I-6
poortdakje afdakje boven de poort:   pu̯ǫdɛkskǝ (Rosmeer), pu̯ǫt˱døkskǝ (Millen), pōrdakskǝ (Leopoldsburg), pōrt˱dēkskǝ (Cadier) I-6
poortdeur niet gehalveerde poortvleugel:   pǭrtdø̄r (Nuth) I-6
poortdeurt deurtje in een poortvleugel:   poǝtdøǝr (Brustem), pōǝtdø.r (Donk), pǭǝtdø̜ǝr (Halen) I-6
poortdeurtje deurtje in een poortvleugel:   poǝt˱deǝrkǝ (Kermt), pu̯ot˱dørkǝ (Tongeren), pōrt˱dørkǝ (Boekt Heikant), pǫrt˱dø̄rkǝ (Grathem), pǭrt˱dø̄rkǝ (Tegelen) I-6