e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
pompzwengel pompzwengel:   pompšweŋǝl (Roermond) II-11
pon andere nachtkleding:   pōͅn (Lanklaar), bom, spon:   pǫn (Borgloon, ... ), bomgat, spongat:   pǫn (Koninksem, ... ), bovensluiting van de houten gierton:   pǫn (Beverst, ... ), doodskleed:   pón (Bree), jurk:   pon (Boekend, ... ), nachthemd:   poen (Heerlen), pon (Mechelen-aan-de-Maas), poͅn (Achel), pun (Rotem), nachtjapon:   poem (Kerkrade), poeng (Kerkrade), pon (Bree, ... ), pon, punke (Sittard), poͅn (Achel), pun (Maaseik, ... ), pòn(kə) (Bocholt), pón (Aldeneik, ... ), pôn (Herten (bij Roermond)), ?  pon (Lommel), tap van de houten gierton:   pǫn (Beverst, ... ) I-1, II-12, III-1-3, III-2-2
ponceuse bandschuurmachine:   pǫndø̄s (Bilzen  [(hangende schuurmachine)]  ) II-12
pond brood, maat van 25 kilo: = 500 gr.  pónd (Tienray), gewichtssteen:   po.ntj (Melick), pont (Houthalen), klomp boter:   pǫn (Sint-Truiden), pǫntǝ (Sint-Truiden), pond, maat die een gewicht aangeeft van 16 ons = 32 lood = 1600 gr: 1 loëd = 16 kleine 2 loëd = 1 ons 1 pond = ± 16 ons ± 2,14 pond = 1 kilo een vat rogge woog ± 20 kilo 1 vaat = 16 molster, of 100 kanne 1 malder = 6 vate 1 moed = 4 malder  pond (Klimmen), vierdel, maat van 125 gram of kwart pond:   ponjd (Geleen) I-11, II-1, III-4-4
pondappel appel, overige soorten:   pondappel (Diepenbeek) I-7
pondel ponder: bij het wegen van lichte lasten (vodden enz)  pøͅnəl (Ketsingen), bossen stro te wegen  pungel (Caberg), diegene die konijnenhuiden of vodden aan de huizen komen opkopen, hebben dit soort weegschalen bij om het gekochte te wegen  peŋəl (Halen), dient om kleine voorwerpen te wegen  pøŋəl (Tongeren), gebruikt door leurders (?)  peŋəl (Kiewit), gebruikt om kleinigheden te wegen  peundel (Oost-Maarland), klein3e vrachten te wegen (tot 15 à 16 kg)  pəŋəl (Wellen), kleine gewichte tot 20 kg  peͅŋəl (Hoeselt), lommelen, oud ijzer en kleinere materialen te wegen  pummel (Zichen-Zussen-Bolder), pøməl (Zichen-Zussen-Bolder), meestal gebruikt door voddenopkopers  pøŋəl (Halen), om appels, peren enz te wegen in mand  pungel (Hoensbroek), om kleine gewichten te wegen  penŋəl (Rosmeer), om kleine gewichten te wegen (tot 25 kg)  pøͅyŋəl (Opheers), om kleine hoeveelheden te wegen (tot 10 kg)  pøͅyŋəl (Borgloon), om kleine lasten te wegen  puingel (Borgloon), pøͅyŋəl (Borgloon), om kleine voorwerpen te wegen (nu nog gebruikt door de voddenman)  pəŋəl (Wellen), om te waoge  pungel (Wolder/Oud-Vroenhoven), om uit de hand te wegen in gebruik bij lompenkooplui  pungel (Gronsveld), om voorwerpen te wegen (tot 20 kg)  pēͅŋəl (Diepenbeek), ongeveer 3 kg  pöŋgəl (Sint-Truiden), slecht leesbaar  pyŋgel (Zelem), u van kruk  pungel (Heer), WNT: pondel, Van pond met -el, zooals huizel, uisel van ons is afgeleid. Verg. ponder (III) en unster, die met -er zijn gevormd. Weegschaal met ongelijke armen, waardoor men met een klein gewicht, dat aan den langen arm wordt heen en weer geschoven, een grooten last kan wegen, unster.  pengal (Spalbeek), pengəl (Kermt), peŋəl (Hasselt), pēͅijəl (Wintershoven), peͅŋəl (Hasselt), pungel (Baarlo, ... ), pyəŋəl (Zepperen), pèùmel (Oost-Maarland), pøŋəl (Niel-bij-St.-Truiden, ... ), pø͂ͅnəl (Val-Meer), Pøͅŋəl (Neerharen), pɛŋəl (Gelinden, ... ), unster:   met ’ene pungel waoge (Borgharen), met ⁄ne pungel woage (Eijsden), met ⁄ne pŭngel woage (Eys), mit der pungel woage (Simpelveld), mit eine pungel woage (Klimmen), mit inne pungel woage (Mechelen, ... ), mit ⁄ne pungel wäge (Belfeld), mèt eine pungel woage (Berg-en-Terblijt), mèt ene pŭndel woage (Heer), mèt ene pŭngel woage (Limmel), prøͅŋəl (Borgloon), pundel (Smeermaas), pungel (Baarlo, ... ), pŭngel (Eys, ... ), pyŋəl (Zepperen), pöngel (Reijmerstok), pøndəl (Smeermaas), ənə poŋəl (Rekem), (m.).  pŭndel (Heer), ps. boven de ¨ staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  pŭngel (Heek), tot 50 kg  pöŋgəl (Sint-Truiden), tot zo verbasterd  pungel (Tegelen), verouderd  pinəl (Diepenbeek), weegtoestel met een veer  pøŋəl (Opgrimbie), wegen  pungel (Klimmen), ww. peugelen  peungel (Sint-Truiden), weegtoestel voor ijzer:   peŋǝl (Bilzen  [(handweegschaal)]  , ... ), pęŋǝl (Jeuk) II-11, III-3-1
pondelen aanhoudend bepoetelen:   pongele (Holtum), póngele (Boukoul), op de schouder zitten:   pungelen (Maastricht) III-1-2
ponder gewichtssteen:   pønjǝr (Panningen), kippenrek, hoenderrek:   pønǝr (Beringen), ponder:   kleine punjer (Grathem), penjər (Bree), pennər (Peer), pen’ər (Bree), peunder (Broekhuizen), pēͅnər (Oud-Waterschei), pinjer (Bree), puinər (Peer), punder (Leunen, ... ), punger (Geulle, ... ), punjder (Ospel), punjer (Guttecoven, ... ), punter (Meijel), pyn’ər (Kinrooi), pönjer (Nunhem), pønjər (Kinrooi), pønər (Paal), pøͅnjər (Lanklaar, ... ), pünjer (Susteren), hoofdzakelijk vör vodde of loompe te wegen  punder (Gennep, ... ), iets ter plaatse te wegen  penər (Opglabbeek), kleine gewichte tot 20 kg  pøͅnər (Hoeselt), kleine gewichten  pungder (Sevenum), lichte goederen te wegen  punjer (Herkenbosch), lichtere gewichten  punjer (Ell), om kleine dingen te wegen, gebruikt voor kleine zakjes, gebuikt door de vodden(man?)  penər (Gelieren/Bret), om kleine gewichten te meten (tot ca. 15 kg), meestal gebruikt door voddenopkopers  pønnər (Lummen), om te wegen (lichte voorwerpen)  pønər (Bocholt), om te wegen (vooral kleine hoeveelheden) vooral gebruikt door rondtrekkenden en kopende vodderapers  pøͅnər (Hoeselt), om zwaardere lasten te wegen (vooral door de voddenkopers)  pen’ər (Waterloos), punjer  pon’ər (Ophoven), punjer voor lichtere zakken  pønjər (Rotem), punjer, wegen van zakken e.d  pønjər (Stokkem), punner  pønər (Beringen), um lompe te waege  ponder (Blerick), voor het afwegen van geringe gewichten zoals boter  punjer (Limbricht), voor het wegen van melk in emmers  pundjer (Tungelroy), voor lichte lasten  pøngər (Bocholt), voornamelijk voor vodden  ’penər(s) (Boekt/Heikant), vrij nieuwe uitvoering  punjer (Helden/Everlo), vroeger voor diverse voorwerpen  punjer (Melick), weegschaal met de hand  punjer (Mechelen-aan-de-Maas), weegt ruw en onbetrouwbaar op de duur door uitlempen van de veer.  punjer (Ulestraten), weegtoestel kleine lasten  punjer (Buchten), wegen  punjer (Neer, ... ), wegen v. kleine hoeveelheden  pøn’ər (Maaseik), wegen van emmer met melk  p"ndər (America), wegen van kleine hoeveelheden  pøn’ər (Maaseik), wegen van zakken  punjer (Baexem), werkt op veer, niet bedrijfszeker vooral door voddenkoopman gebruikt  punjer (Obbicht), wordt gebruikt bv. melk te wegen bij de melkcontrôle  punger (Baarlo), unster:   ee punjĕre (Oirsbeek), een punder (Moelingen), ene pigner (Neeroeteren), met eine punjer woage (Neeritter), met eine pŭnjer woage (Beegden), mĕt ene punger wêge (Maasbree), mit ei punjere woage (Doenrade), mit eine punder wêge (Oirlo), mit eine punjer waoge (Montfort), mit eine punjer woage (Dieteren), mit eine punjer wêgen (Sint-Odiliënberg), mit enne peunder wége (Horst), mit enne punder wêge (Wellerlooi), mit unne punder wêge (Afferden), mit ènne punder wêge (Merselo), mit ⁄ne punjer wêge (Asenray/Maalbroek), mèt eine punger wège (Kessel), mèt eine punger wêge (Mheer), mèt eine punjer woage (Herten (bij Roermond), ... ), mèt eine punjer woage(n) (Obbicht), n punjer (Dilsen), nə peͅnər (Houthalen), nə pønər (Zonhoven), nə pəinər (Zonhoven), peun-der (Blitterswijck), peunder (Heijen, ... ), piner (Bree), pinjer (Gruitrode), pinner (Peer), punder (Afferden, ... ), punger (Kessel, ... ), pungere (Schimmert, ... ), punjer (Baexem, ... ), punjere (Bingelrade, ... ), punjər (Swalmen), punj⁄r (Asenray/Maalbroek), punner (Beringen, ... ), punter (Meerlo), pūnder (Lottum, ... ), pŭnder (Gennep, ... ), pŭnjer (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), pŭnjere (Susteren), pönder (Heijen), pönner (Beringen, ... ), pøndər (Beringen), pøͅnjər (Lanklaar, ... ), ’t punjere (Puth), (m.).  punjer (Obbicht), afgeleid van póntj: pond  punjer (Horn), afwegen van graan enz.  punjere (Klimmen), dialect  punjer (Maasniel), die gebruikte ze vroeger on brood en stroo te wegen  ene punjer (Mechelen-aan-de-Maas), heden daags kieke ze doe heir niet veel meer  punjer (Holtum), het wegen van zware zakken (50-100 kg)  pøngər (Bocholt), iets opheffen en de zwaarte schatten  pŭnder (Gennep), laatste woord niet te lezen  mit enne punter wège (Meerlo), met een lengteteken op de a  mit enne punder wäge (Leunen), neen: buiten de gewone balans heeft men nog n pinjer: weeghaak zonder gewicht dat verschoven wordt  pinjer (Opoeteren), niet meer in gebruik  n punder (Kaulille), o.a het wegen van hooi en stro, of veldvruchten enz.  punjer (Panningen), om hooi en stro te wegen  pønnər (Lummen), om kleine lasten te wegen  pøndər (Hamont), om kleinigheden te wegen  pen‧ər (Waterloos), om last te wegen. Ze zeggen daor hangt de punjer achter de deur: als een boerezoon verkering zoekt  punjer (Grathem), om te wegen  pēͅnər (Oud-Waterschei), pønər (Bocholt), om zakken te wegen tot 50 kg  peͅnər (Gelieren/Bret), Opm. (iemand) pungere = optillend wegen (ook fig.).  mit ei pungere woage (Schimmert), Opm. eemes punjere (= uittellen hoe rijk hij is).  pŭnjer (Beegden), plaats kan ook Leveroy zijn (Heythuyzen)  punjer (Makset), punjer  pynər (Kinrooi), punjer, zoals 142 maar is ouder  pøngər (Stokkem), vroeger voor diverse voorwerpen  punjer (Melick), weegtoestel kleine lasten  punjer (Buchten), wegen  punjer (Tungelroy), wegen van bv. gra an  punjer (Boukoul), wegen van bv. graan  punjer (Swalmen), wegen van kleine hoeveelheden  punjer (Helden/Everlo), wegen zware gewichten  punjer (Ell), zakhorloge: Scherts. (lett. unster).  punder (Gennep) I-6, II-1, III-1-3, III-3-1
ponderen schatten:   peudere (Oirlo), punjere (Sittard), punjeren (Hoensbroek), punjərə (Guttecoven), (is oudere benaming).  pūndere (Tienray) III-3-1
ponderik ponder:   penərek (Zolder) III-3-1