e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
besmoezelen knoeien, morsen, bevuilen:   bəsmūsələ (Hasselt) III-4-4
besmossen knoeien, morsen, bevuilen:   besmosse (Leopoldsburg, ... ), besmossen (Kaulille, ... ), beͅsmoəsse (Leopoldsburg), zen klieëre besmosse (Heppen) III-4-4
besnaard bezadigd: ook materiaal znd 21, 18 slecht leesbaar  ene besnoude man (Sint-Lambrechts-Herk) III-1-4
besneden klomp ruitjesklomp:   bǝsnējǝ klomp (Sevenum) II-12
besneeuwen sneeuwen: ps. letterlijk overgenomen.  bèsnowwəe (Voort, ... ) III-4-4
besnijden bewerken van de duig voor het drogen:   besnijden (Borgloon), bijsnijden:   bǝsniǝn (Dilsen), effenen:   bǝsniǝn (Dilsen), bǝsnęjǝ (Milsbeek), schrooien:   bǝsniǝn (Dilsen) II-10, II-12
besnijkwast besnijkwast:   bǝsnejkwāst (Ottersum), bǝšni.jkwas (Schinnen), bǝšni.kwas (Heerlen, ... ), bǝšnijkwas (Heel, ... ), bǝšnikwas (Buchten, ... ), bǝšnikwās (Kerkrade) II-9
besnijkwastje puntkwast:   bǝsnęjkwasjǝ (Meijel) II-9
besnipperd beteuterd:   besnupperdj (Heel), schuchter:   besnuppertj (Weert) III-1-4
besnipperig verlegen (zijn):   besnupperig zeen (Weert) III-1-4