e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zaniken, zeuren zeveren: zievere (Beringen) Hij kan zaniken (zeuren; tot vervelens toe over hetzelfde praten). [ZND 08 (1925)] III-3-1
zavel, lichte klei solfergrond: solfərgront (Beringen) lichte klei, de uit zand en klei bestaande grondsoort (zavel, zavelgrond?) [N 27 (1965)] III-4-4
zavelen zavelen: zā.vǝlǝ (Beringen) De wetstok insmeren met de vochtige "scherpe zavel"; zie de semantische toelichting bij ''strekel'' en de daaropvolgende lemma''s. [JG 1a, 1b; add. uit N 18, 83 en L 20, 28f] I-3
zeef teems: timst (Beringen, ... ), zeef: zēf (Beringen, ... ), zift: zeft (Beringen, ... ), zift (Beringen), zij: zēͅ (Beringen) zeef [ZND 48 (1954)] || zeef in het algemeen [N 20 (zj)] || zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
zeef in de wanmolen rooster: rystǝr (Beringen) De zeef, in de vorm van een rooster, waarop de nog met graanafval vermengde korrels in de wanmolen vallen. Naar gelang de grootte van de korrel onderscheidt men wel de tarwezeef, de haverzeef, enz. In dit lemma gaat het alleen om het tweede deel van dergelijke samenstellingen; alleen wanneer een dergelijke samenstelling opponeert met de benaming voor de zandzeef (zie het lemma ''zandzaaf, onderste zeef in de wanmolen'', 6.3.8) is deze hier opgenomen. [N 14, 45a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
zeef van de aardappelsorteermachine, algemeen trieerzift: triērzeft (Beringen) In dit lemma staan de algemene benamingen voor de zeef in de sorteermachine bijeen. Voor zover er (lexicaal onderscheiden) aparte benamingen zijn voor de specifieke zeven, zijn deze in de drie volgende lemmata verwerkt. Vaak is het meervoud opgegeven: de zeven van de sorteermachine. [N 12, 34d] I-5
zeemlap zeemlap: zīmlap (Beringen), zeemleer: ziəmlēr (Beringen), zeemvel: ziəmvɛl (Beringen) zeemlap [ZND 08 (1925)] || zeemlap (voor de ruiten) [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
zeep zeep: zīep (Beringen) Zeep [ZND 03 (1924)] III-1-3
zeepsop zeepsop: ziəpsoͅp (Beringen) zeepsop (oplossing van zeep en water) [ZND 08 (1925)] III-2-1
zeer grote aardappelen bonken: bǫŋkǝ (Beringen), frietpatatten: fretpǝtatǝ (Beringen) Voor de fonetische documentatie van het woord aardappelen, zie het lemma Aardappel. [N 12, 4; JG 1a; monogr.] I-5