e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L210p plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zandkorrel, korreltje zand korreltje: kôrrelke (Venray), körrelke zând (Venray) zandkorrel, korreltje zand [zandeke] [N 81 (1980)] III-4-4
zandkruier zandkruier: zantkryjǝr (Venray) lt\r\ zanthɛr\k) en in Q 17 en Q 20 met een reek (rē̜.k). In Q 17 maakte men verder gebruik van een kissel (kes\l), een plank met daaraan een steel bevestigd. De zandkruier zorgde bovendien voor de aanvoer van het zand naar de vormtafel of de steenpers.} zanddroger: zant˱drōg\r L 163a; zandman: zantjman L 322a; zandkruier: za' [monogr.] II-8
zandschop bats: bats (Venray), schup: sxøp (Venray) Geronde zandschop, gebruikt om de losse kleikruimels op te scheppen. Het woordtype batsje (L 297) duidt een zandschop aan die in de gresbuizenindustrie werd gebruikt. [N 98, 36; monogr.] II-8
zanglijster, lijster lijster: liĕster (Venray), turdus ericetorum  liester (Venray), merlinglijster: merlingliester (Venray) lijster [SGV (1914)] || zanglijster (22,5 bekend; gelige, gestippelde borst en buik; broedt in grote parken en bossen; ook trekvogel; nest is van binnen glad en bruin; roep [tsp]; luide roepende zang [N 09 (1961)] III-4-1
zaniken, zeuren neulen: näöle (Venray), semmelen: Van Dale: semmelen, (gew.) 1. treuzelen, dralen, talmen; -2. wauwelen, zeuren; -3. brommen, mopperen.  semmelen (Venray), zaniken: sanikke (Venray), zannike (Venray), zeuren: sø͂ͅre (Venray), zeveren: zēēvere (Venray), zèvvere (Venray) langdurig of telkens op dezelfde toon of lastige manier over iets spreken, bijv. om zich te beklagen [zeuren, zaniken, zemelen, nijnaaien, merelen, nosteren, memmen, melken, naaien, moesjanken] [N 87 (1981)] || steeds over een vervelende wijze over iets spreken [semmelen, zeveren, zagen, zemelen, zeuren, zaniken] [N 85 (1981)] || zaniken [SGV (1914)] || zeuren [SGV (1914)] III-3-1
zavel, lichte klei beekleem: beekliêem (Venray), loodzand: loeëdzând (Venray), vlei: vlei (Venray) zand met klei, beekbezinking [zavel] [N 81 (1980)] || zand met kwarts, gele, bruine of grijze aarde [zavel] [N 81 (1980)] III-4-4
zedelijk slecht meisje meisje waar niks aan is: een meisje waar niks àn is (Venray), slet: (nb. een sloerie is een onverzorgde vrouw).  slet (Venray) een zedelijk slecht meisje [wiender, loeder, loopster, kit, duivin, lellebel, sloerie, wats, flauwtoet] [N 86 (1981)] III-2-2
zedig gewoon: gewoon (Venray) zich strikt houdend binnen de grenzen van het zedelijk geoorloofde [stil, zedig] [N 85 (1981)] III-1-4
zeef zift: zift (Venray), Enne kop as \'n zift hebbe: erg vergeetachtig zijn Iemes ònder \'t zift trekke: iemand financieel bedonderen  zif(t) (Venray), zij: \'n Smerrege zeej lót ok génschón water dur: Boze opzet is niet voor eerlijkheid vatbaar  zeej (Venray) vloeistofzeef || zeef [SGV (1914)] || zeef voor vaste stoffen III-2-1
zeelt zeelt: WLD  zeelt (Venray) Hoe noemt u de zeelt: het lichaam is gedrongen, een beetje zijdelings samengedrukt. De huid is dik en slijmerig met kleine verborgen schubben, de bek is klein met vlezige lippen en heeft voeldraad in iedere mondhoek. De rugvin is hoog en evenals andere vi [N 83 (1981)] III-4-2