e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L210p plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich kwaad maken uit de slof schieten: uut de slof schīēte (Venray), zich opdraaien: zich òpdraeie (Venray) zich kwaad maken [zich opruien, zich optoornen, uit zijn korf schieten] [N 85 (1981)] III-1-4
zich niet lekker voelen niet goed zijn: nie gōēd zien (Venray, ... ), zich beroerd voelen: zich beroerd vule (Venray), zich niet goed voelen: zich nie goed vule (Venray) Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, onlustig, niet prut, kadies, dings). [N 84 (1981)] || Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
zich over de rug wentelen (zich) wentelen: wɛntǝlǝ (Venray) Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9
zich rechtop houden en de krop laten opzwellen (baltsverschijnsel) drijven: drīēve (Venray) Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: zich rechtop houden en de krop laten opzwellen? [N 93 (1983)] III-3-2
zich schamen zich generen: zich zjenīēere (Venray), zich schamen: zich schame (Venray) zich verlegen of onbehaaglijk voelen tengevolge van het besef dat men iets doet of gedaan heeft dat tot oneer of spot strekt, of daar getuige van zijn [zich generen, schieten, sieneren] [N 85 (1981)] III-1-4
zich vergissen abuis hebben: abuus hebbe (Venray, ... ) het mis hebben, zich vergissen [abuis hebben, zijn eigen misgissen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich verkleden omtrekken: umtrekke (Venray) Hoe zegt men in uw dialekt zich verkleden, andere kleren aandoen, om b.v. in de tuin te gaan werken? Ik moet me even... [DC 58 (1983)] III-1-3
zich verkneuteren schik in uw eigen hebben: schik ien òw aege hebbe (Venray) zich in zijn eentje vrolijk of blij maken [kaoieren] [N 85 (1981)] III-1-4
zich vervelen neutelig zijn: cf. Weijnen Et..Dialectwb. p. 135 s.v. "neutelek, neudelek"knorrig, dreinerig, boos, pijnlijk; cf. s.v."neutelen"talmen, zich met beuzelingen bezighouden; ; cf. WNT IX, kol. 1911 s.v. "neutelen - neuteren"Aanm. Gew. bestaat een woord "neutelig"knorrig, slecht gehumeurd  nuūëtelig zien (Venray), vervelen: vervēele (Venray), zich vervelen: zich vervêele (Venray) de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)] || niet weten wat te doen en daardoor onaangenaam gestemd zijn [moe worden, ruiteren, zich vervelen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich verwonderen aardig staan te kijken: aarig stón te kiēke (Venray), bewonderen: bewoondere (Venray), staan te kijken: stón te kiēke (Venray), vreemd zijn: vremd zien (Venray) verbaasd, bevreemd, verwonderd zijn [toezien, staan zien] [N 85 (1981)] || vreemd toekijken [verwonderen, wonder geven, bewonderen] [N 85 (1981)] III-1-4