e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

Gevonden: 1539

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
baars baars: baers (Castenray) baars. Wat is de naam van de baars (percfa fluviatilis), een roofvis in onze rivieren, van ongever 30 ? 40 cm lang, met strepen op zijn rug en een sterk ontwikkelde rugvin? [N102 (1998)] III-4-2
babbelaar karamel: kermél (Castenray), kárremél (Castenray) caramel III-2-3
baby, zuigeling jonge dochter: jòngdaochter (Castenray), jonge zoon: jòngezoeën (Castenray), kindje: kiēndje (Castenray), kleine, een -: enne klaene (Castenray), ’n klaen (Castenray) baby, zeer jong kind || baby/kleuter van het mannelijk geslacht || baby/kleuter van het vrouwelijk geslacht || pas geboren meisje || pasgeboren jongen III-2-2
baker baakster: syn.: wiesvrouw  baokster (Castenray) baakster III-2-2
bakken bakken: t is gebakke: het is voor elkaar Al t bákke en t browwe valle nie alt aeve go‰d uut: Alles wat men maakt, is niet altijd even goed  bákke (Castenray) bakken III-2-3
bal gehakt frikadel: frikkedel (Castenray) gehaktbal van soepvlees III-2-3
balkenbrij brij: breej (Castenray) balkenbrij III-2-3
baluster trappespijl: trapǝspil (Castenray), trapspijl: trapspil (Castenray) Spijl van een trapleuning. [N 55, 138; monogr.] II-9
bang angstig: engsteg (Castenray) angstig III-1-4
bangerik bangeschijter: bánge schieter (Castenray), schijtboks: schietbòks (Castenray), schijterd: schieterd (Castenray), schijthuis: schiethuus (Castenray), schijtkeutel: schietkeutel (Castenray), schijtkont: schietkoont (Castenray), schouwerik: schòwwerik (Castenray) bang persoon || bangerik || bangerik, angsthaas III-1-4