e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
bezien proberen:   bezee:n (Herten (bij Roermond)), bezeen (Kesseleik, ... ), bezēēn (Schimmert), bezīēn (Oirlo), bəzeen (Montfort, ... ) III-1-4
bezig bezig:   beezich (Kapel-in-t-Zand, ... ), beezich doondə (Venlo), beezig (Heel, ... ), beezəch (Epen, ... ), bezeg mət dorsə (Bree), bezich (Valkenburg), bezig (Amby, ... ), bezig met (Eigenbilzen), bēēzig (Nieuwenhagen), bēzeg met doͅrsə: (Lozen), bēzex be doͅsə (Hasselt), bēzex meͅt (Lanaken), bēzig mɛt dòrsən (Eksel), bēzəx bə doͅrsə (Houthalen), bēzəx me dòrsə (Paal), bēzəx me døsə (Beverlo), bēzəx meͅ doͅrsən (Neerpelt), bēͅzəx (Meeuwen), beͅzəx (Rekem), bieezig (Weert), biehzig (Genk), bèzig mèt (Bunde, ... ), bèzəx (Loksbergen), béézich (Beesel), béézig (As), bééZəch (Meeswijk), ēͅ es bēzəx maet dēsə (Kinrooi), heͅj es bezex meͅ dōͅrsən (Overpelt), hij is bezig (Mal), is beezich mèt (Ophoven), alleen predicatief Moe zèè.n؉. an be.zig  be.zig (Hasselt), be dorsen"niet gebruiken  beͅjzəx be dōͅsə (Kortessem), be dorsen"niet gebruiken; Waarschijnlijk horen deze gegevens bij P 176 maar dit is niet zeker, er staat geen plaatscode op de lijst zelf.  bēzəg beͅ doͅsə (Sint-Truiden), met lengtestreep op de eerst è  bèzig mèd (Bree) III-1-4
bezig houden nutteloze arbeid verrichten:   bezig houden (Leopoldsburg), zich bemoeien met:   beizig hagen (Bilzen), bezig hogen (Beverst), bezig houden (Sint-Huibrechts-Lille), bezighaje (Hasselt), bizix hāgə (Martenslinde) III-1-4, III-3-1
bezig zijn bezig zijn:   beezich zeen mit (Susteren), beezich zĭĕn tə... (Maastricht), beezig zeen (Posterholt), bezig zeen (Roermond, ... ), bezig zeen mit... (Geleen), bezig zien (Hoensbroek, ... ), bezig zien aon (Maastricht), bezig zien met (Maasbree), bezig zijn (Kelpen), bezig zin (Beek), bezig zīēn (Meerlo), bēēzəch zien (Maastricht), bijzig zén (Loksbergen), seen beisig met (Bree), ze bezig me (Loksbergen), ze bezəg be (Zonhoven), zeen beizig meit (Bocholt), zeen bezig met (Ophoven), zeen beèzig met (Opoeteren), zeen bĕĭzig met (Opglabbeek), zeen bèzig met (Niel-bij-As, ... ), zeen bèzig mət (Rotem), zen beezich (Stevoort), zen beezig (Hasselt), zen beezig bee (Hoepertingen), zen bessig me (Tessenderlo), zen beyzig be (Kerkom), zen bezech (Vliermaalroot), zen bezig (Sint-Truiden), zen bezig met (Beverlo), zen bezig mit (Hechtel), zen bēͅzeͅx meͅt (Opglabbeek), zēn beizig bä (Zepperen), zēn bēzĭg bije (Herk-de-Stad), zĕn beezig bee (Borgloon), zeͅn bezix bé (Halen), zien beizig (Lanaken), zien beizig met (Neerrepen), zien bezig mai (Overpelt), zien bezig met (Vroenhoven), zien bezig mèt (Maastricht), zien bezig ont (Hamont), zij bézig mee (Oostham), zijn bezig met (Peer), zijn bezig meͅt (Kleine-Brogel), zijn bezig mä (Koersel), zin beezig aan (Sint-Truiden), zin beizig met (Bilzen), zin beiəzig met (Piringen), zin bezig te (Sint-Truiden), zin bēzex meͅ (Hamont), zèn bɛ̄zəx mɛt (Bree), z’n bezig aan (Gingelom), geslachtsgemeenschap hebben:   beizig zijn (Loksbergen), kibbelen:   ze zen wier bezig geweest zuk (Montenaken), ze zen wir bezig (Herk-de-Stad), onderhandelen: ps. omgespeld volgens Frings.  bēzəx zeͅn (Zelem) III-1-4, III-2-2, III-3-1
bezigheid tijdverdrijf:   biezigheid (Weert), bèzigheid (Rotem) III-3-2
bezijden uit een andere richting dan die van de losplaats aankomen:   beziejəs oet (Beesel), uit een schuine richting t.o.v. die van de losplaats aankomen:   beziejəs oet (Beesel), bezije (Houthalen) III-3-2
bezijdens (bn.) uitwijken:   beziejes (Neer) III-3-1
bezinbos braamstruik:   bezieënbosch (Lommel) III-4-3
bezing besvrucht, algemeen:   bezəŋ* (Lommel) I-7
bezingen rode aalbes: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  beezige (Lommel) I-7