e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
surface maaiveld, dag:   surface (Eisden  [(Eisden)]   [Zolder]), sǝrfas (Zolder  [(Zolder)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) II-5
surkel wilde zuring:   sirkǝl (Schulen), surkel (Neerharen, ... ), syrkǝl (Gingelom, ... ), syrǝkǝl (Borgloon), sȳrkǝl (Mettekoven), sø.rǝkǝl (Vechmaal), sørkǝl (Gelinden, ... ), sørǝkǝl (Beringen, ... ), sø̄rkǝl (Zonhoven), sęrkǝl (Hasselt), zuring, groente:   se.rəkəl (Berbroek, ... ), serkel (Lummen, ... ), serkəl (Genk), seurkel (Hulst/Konijnsberg), sirkel (Houthalen, ... ), surkel (Berbroek, ... ), surrekel (Vliermaalroot, ... ), suərkəl (Gingelom), sy.rəkəl (Mechelen-Bovelingen), syrkəl (Gingelom), sø.rəkəl (Heers, ... ), sørkəl (Borgloon, ... ), sørəkəl (Beringen, ... ) I-3, I-7
surker zuring, groente:   sureker (Berbroek), surker (Tessenderlo) I-7
surlet duif, overige soorten: wit en ros; uit wa. surlèt (DL)  sürlè (Tongeren) III-4-1
surlt (wa.) duif effen lichtbruin:   sur les (Kortessem), duif effen lichtbruin add.: Wa. surlèt (Haust, D.L., pag. 623).  sürlè (Tongeren) III-3-2
surprise inkopen doen voor sinterklaas:   surprise (Maastricht) III-3-2
surrogaat cichorei:   suregaat (Heerlerbaan/Kaumer, ... ), surrogaat (Eys, ... ), surrəgaat (Moorveld (Waalsen), ... ), surrəgààt (Grevenbicht/Papenhoven, ... ) I-7, III-2-3
surrogaatgoud bladgoud:   syrogāt˲gǭt (Gulpen) II-9
surtout (fr.) dikke, warme mantel:   ene sortoe (Grote-Spouwen, ... ), korte overjas: Et. Fr. surtout.  sürtoe (Tongeren), lichte overjas:   sertoe (Eijsden, ... ), surtoe, sertoe (Maastricht), syrtu (Tongeren), sərtu (Hoeselt, ... ), Fr. surtout. Opm.: Het Frans kent deze bet. niet, wel die van werkjas, damesoverkleed, avondmantel.  sertoe (Maastricht), zie pardessus.  surtoe (Uikhoven), overjas (alg.):   syrtoͅuw (Borgloon), syRtu (Tongeren), syrty (Borgloon), sərtū (Genk), surtout  syrtau (Vliermaal) III-1-3
surveillant commissaris:   sǝvǝljant (Gutschoven), opzichter:   sevǝljant (Lommel), sibiljant (Meeuwen), surveillant (fr.) (Sint-Truiden), sǝrvǝljant (Alken) II-3, II-9