e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
voetgicht voetjicht:   (voot)gīēg (Schimmert), vootgich (Stein), vootgig (Schimmert), vōōtgig (Schimmert) III-1-2
voetglas drinkglas met voet:   vootglaas (Kinrooi), mv. -glås\\r  vūətgla͂s (Hasselt) III-2-1
voethout voetwissen:   vōthǫwt (Stokkem), vōtǫwt (Stokkem) II-12
voetijzer trede:   vut˱iǝzer (Overpelt) I-13
voetje beitel, schaar, ganzevoetschaar aan een cultivatortand:   vytjǝ (Mook), drinktafel:   vutje (Mielen-boven-Aalst), een klein plankje als zitplaats voor de duif:   vutje (Jeuk), horrelvoet:   vütteke (Eksel), ondergronder, woeler:   vytjǝ (Mook), onderstel:   vy.tšǝ (Sluizen), ploeghoofd, ploegzool:   vitšǝ (Grote-Spouwen, ... ), vytšǝ (Groot-Gelmen, ... ), vø ̝tǝkǝ (Paal  [(inclusief de hiel)]  ), vøtšǝ (Rijckholt), vøtǝkǝ (Koersel), vø̄tšǝ (Kanne, ... ), vȳtšǝ (Zepperen), ploegvoetje:   ve ̝tšǝ (Kuringen), ve ̞tšǝ (Beverst), vitjǝ (Berbroek, ... ), vitšǝ (Berbroek, ... ), vutǝkǝ (Berverlo), vy ̞i̯tšǝ (Kortessem), vy ̞tšǝ (Gingelom, ... ), vy.tšǝ (Sint-Huibrechts-Hern, ... ), vyi̯tjǝ (Heers), vyi̯tšǝ (Kozen, ... ), vykǝ (Linkhout, ... ), vytjǝ (Buvingen, ... ), vytjǝn (Houthalen, ... ), vytšǝ (Alken, ... ), vytšɛ (Hopmaal), vytǝkǝ (Beringen, ... ), vø ̝tjǝ (Diepenbeek, ... ), vø ̝tǝkǝ (Paal), vøi̯tšǝ (Berlingen, ... ), vøtjǝn (Zonhoven), vøtšǝ (Aalst, ... ), vøtǝkǝ (Beringen, ... ), vø̄tšǝ (Bocholt, ... ), vētjǝ (Opglabbeek, ... ), vȳtšǝ (Diets-Heur, ... ), ploegwieltje:   [voetje] (Vliermaal, ... ), poot omhoog:   voetje (Weert), vyi̯ʔǝn (Lommel), vytǝ (Rummen), vøtšǝ (Beverst), spijkertrekker:   vø̄tjǝ (Heel), trede:   vetšǝ (Bilzen), vytjǝ (Borgloon), vytšǝ (Wellen), voetjicht:   ēͅ gət v"tjə (Rotem) III-1-2, I-1, I-10, I-13, I-2, II-12, II-3, III-1-2, III-3-2
voetje baden pootjebaden:   vuutje baje (Belfeld)
voetje springen haasje-over: [Vgl. suggestie bij vraagstelling]  vutje (Blerick) III-3-2
voetje voor voetje gaan moeilijk vooruitkomen:   veutje veur veutje (Leuken), vyj`ə vøt vyj`ə gowən (Lommel), op een sukkeldrafje lopen:   vytjǝ vø̜r vytjǝ gǫnj (Gingelom) I-9, III-1-2
voetjes poten:   vytšǝs (Guigoven, ... ) I-13
voetjesblaas pootjesblaas:   vutjǝsblø̜s (Ospel) I-11