e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zettol sleuteltol:   zettôl (Horst) III-3-2
zetveld achterkuil:   zɛt˲vɛlt (Griendtsveen), zetveld:   zetveld (Griendtsveen, ... ), zetvɛlt (Meijel) II-4
zetvijl aanzetstaal:   zęt˲vęjl (Dilsen) II-12
zetwaag loodplank:   zɛtswǫax (Kerkrade), waterpas:   zętw ̇ǫax (Eygelshoven), zetlat:   zɛtwoǝx (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) II-12, II-5, II-9
zeug min, voedster: cf. WNT s.v. "zoog (I)"Zie zeug; cf. WNT s.v. "zeug -zeuge, zoog, zoge, zog, zoeg(e), zo(u)w, zuwe"2) (oneig.) in toep. op personen, inz, vrouwen (...) die eigensachappen van het onder i) genoemde dier"(= vrouwtjesvarken zie ook WNT s.v. "zog (II)"= Zeug  zoog (Maastricht), naoogstrijf:   zō.x (Ell, ... ), zūo.x (Lanklaar), ondeugende vrouw:   zāōw (Heerlen), zōōw (Nieuwenhagen), pinkelhoutje:   zoog (Hechtel), zoog (zeug) (Rotem), pissebed: cassettebandje  zog (Meijel, ... ), oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)  zog (Venray), zòg (Bergen), vrouwelijk varken:   zeug (Beringen, ... ), zyx (Gruitrode, ... ), zyǝx (Opglabbeek), zȳx (Bree), zøu̯.x (Bree), zøx (Gennep, ... ), zø̄.x (Hasselt), zø̄x (Arcen, ... ), zø̄ǝx (Afferden), zø̜̄x (Hasselt, ... ), zedelijk slecht meisje: cf. WNT s.v. "zeug -zeuge, zoog, zoge, zog, zoeg(e), zo(u)w, zuwe"2) d) onzedige, lichte vrouw  zaow (Heerlen), zeug  zàu.ch (Gors-Opleeuw), zeug (zeugjagen): (Zie ook onder: kreim [i.e. zeug] en zooch.)  zooch (Sittard), Hae sloog de zoog in t kutsjke (spel).  zoog (Echt/Gebroek), Spel waarbij alle spelers, die bij een kuiltje staan, voorzien zijn van een stok. De zooghouder zal de zoog (steen of houten blokje) in het kuiltje van een der medespelers trachten te krijgen. (Arch.)  zōəch (Meeswijk), zeug met biggen:   zeug (Achel, ... ), zu̯øx (Eigenbilzen, ... ), zyx (Meeuwen, ... ), zȳx (Bleijerheide, ... ), zȳǝx (Opglabbeek), zøx (Achel, ... ), zøǝx (Meeuwen), zø̄.x (Maaseik), zø̄x (Gelieren Bret, ... ), zø̜u̯x (Rummen), zēx (Peer), zīx (Bree) I-12, I-4, III-1-4, III-2-2, III-3-2, III-4-2
zeug met jongen zeug met biggen:   zø̄x męt juŋǝn (Oostham) I-12
zeugbak zeugekooi:   zē̜ ̞x˱bak (Bree) I-6
zeugdrijven pinkelen:   zoogdrijven (Rotem) III-3-2
zeugebak zeugekooi:   zø̄gǝbak (Baarlo, ... ), zø̜̄gǝbak (Bocholt) I-6
zeugehok zeugekooi:   zyǝgǝhǫk (Voerendaal), zø̄gǝhǫk (Altweert) I-6