e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zich afbeulen extra hard werken:   zex˱ āf˱bø̄̄lǝ (Klimmen), getob; tobben:   zich aafbeule (Merkelbeek), zwoegen:   zich ao.fbeule (Zonhoven), àfgəbuilt (Loksbergen) II-8, III-1-4
zich afhouden geslachtsgemeenschap hebben:   zich afhaoje (Thorn) III-2-2
zich afjakken haast hebben:   zich aafjakke (Bree), zich aafjàkke (As) III-1-4
zich afmoren zwoegen:   aafmaore, zich (Sittard), wederkerig ww.  oafmoore (Genk) III-1-4
zich afpeigeren zwoegen:   zich aafpeigere (Weert) III-1-4
zich afregen (<du.) zijn woede luchten:   zich aafrege (Beek) III-1-4
zich afrijten masturberen:   zich aafriete (Posterholt, ... ) III-2-2
zich afroebelen masturberen:   zich aafroebele (Hoensbroek, ... ) III-2-2
zich afroetsen masturberen:   zich aafroetse (Klimmen, ... ) III-2-2
zich afschrompen heet lopen:   zex˱ ā.fšrompǝ (Maaseik) II-3