e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zich chagrineren (<fr.) treuren:   ziech sjagkernere (Maastricht), zich kwaad maken:   zich sjangeneren (Eigenbilzen) III-1-4
zich content betonen zijn tevredenheid betuigen:   ziech kontent betuine (Maastricht) III-1-4
zich content tonen zijn tevredenheid betuigen:   zich kəntent tuinə (Venlo) III-1-4
zich content verklaren zijn tevredenheid betuigen:   zich content verklaore (Gulpen) III-1-4
zich de benen onder het lijf uit lopen vlug lopen: Als iem. heel hard loopt.  hei leup zich de bein under t lief oet (Schimmert) III-1-2
zich de blubber werken van katoen geven:   ziech te blubber werreke (Maastricht) III-1-4
zich de boord van de vot afschijten diarree: Diarree hebben.  zich t baord van de vot aafsjiete (Klimmen), ontlasting hebben, diarree: Diarree hebben.  zich t baord van de vot aafsjiete (Klimmen) III-1-1, III-1-2
zich de enkel open stoten haarenkelen:   zich den ènkel oape sjtoote (Guttecoven) III-1-2
zich de goede kleren aandoen uitdossen:   ze.x˃ də g‧oͅu̯ kleͅ.i̯ər ā.du.ə (Eys) III-1-4
zich de milt uitlopen pijnscheut: [specifieker, nl. gevolg van hardlopen (cfr. vraagstelling), rk]  zich de miltj oêt lope (Brunssum) III-1-2