e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zich wrang laten melken zich moeilijk laten melken:   (de koe) løu̯t ˲sǝx ˲fraŋ męlkǝ (Smeermaas) I-11
zich wriemelen schaterlachen:   vreemelde zich (Guttecoven) III-1-4
zich wälzen in der pratsj door de modder rollen:   zex węltsǝ en dǝr pratš (Nieuwenhagen) I-12
zich zeer slecht gedragen zich zeer slecht gedragen:   ziech zier slèch gedrage (Maastricht) III-1-4
zich zegenen tafelgebed add.:   zich zeëgene (Gulpen) III-3-3
zich zelver de spa maken zich verkneuteren:   ze.x˃ zeͅ.ləvər də špa.s mā.kə (Eys) III-1-4
zich zelver het schot uithangen zich vervelen: cf. WLD III, 2.1. Woning, p. 70, lemma "lade  ze.x˃ zeͅ.ləvər ət šoͅ.t ˂ū.tha.ŋə (Eys) III-1-4
zich zetten instorten:   zex zɛtǝ ([Laura, Julia]), uitzetten:   zix zętsǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]) III-4-3, II-5
zich zetten (de boom -) vrucht zetten: Veldeke 1979 nr 1  d’m boëm zet zich (Venray)
zich ziek lachen schaterlachen:   zich zeek lache (Bree) III-1-4