e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
afspengelen de zoom afspelden:   ǭfspeŋǝlǝ (Tongeren) II-7
afsperrung afsluiting van een mijngang:   āfšpęroŋ (Kelmis) II-4
afspeuren afloeren, bespieden:   afspeuren (Rijkel) III-1-1
afspieden afloeren, bespieden:   aafspieën (Bree), afspieën (Peer) III-1-1
afspijten de zoom afspelden:   afspijten (Oostham), afspęjtǝ (Jeuk, ... ) II-7
afspikkelen afloeren, bespieden:   aafspikkele (Montfort) III-1-1
afspinzen afloeren, bespieden:   aafsjpienze (Roermond), aafspienze (Venlo) III-1-1
afspioneren afloeren, bespieden:   aafspioenaerə (Geistingen), afspiejoneere (Sint-Truiden), afspioeneejeren (Lommel), afspiənejərə (Lommel), āfspionnērə (Lanaken) III-1-1
afspionnen afloeren, bespieden:   aafspionen (Koersel), afspioene (Gruitrode), afspioennen (Jeuk), aofspinjoene (Veldwezelt), aufspioenen (Rijkhoven), āōfspijoenen (Riemst), oafspinjoele (Zichen-Zussen-Bolder), oifspioenen (Riksingen) III-1-1
afsplijten bietenplantjes uitdunnen:   āfšplitǝ (Berg, ... ) I-5