e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
afstrijkmes afstrijkmes:   afstrī̄kmę ̞s (Milsbeek), afštrī̄kmę ̞ts (Sittard) II-8
afstrijkmodder klad:   afstrī̄kmǫdǝr (Milsbeek) II-8
afstropen afhuiden:   afstripǝ (Beringen), afstropen (Neeritter), āfstrø̜fǝ (Terwinselen), āfštrø̜jpǝ (Hoensbroek), aftroggelen:   aafstjreupe (Neer), aafstruipe (Weert), aafstruipə (Montfort), ààfsjtreupə (Heerlen), afzetten:   aafstruipe (Tungelroy), kolven afstropen:   āfštrø̜i̯pǝ (Einighausen, ... ), krabben:   āfštrø̄pǝ (Waubach), āfštrø̜jpǝ (Hoensbroek), mais oogsten:   āfstrø̜i̯pǝ (Heythuysen), āfštrȳpǝ (Einighausen), met de poten roeren:   āfštrø̄pǝ (Kerkrade), peulvruchten afhalen:   āfstrø̄pə (s-Gravenvoeren), ringen, randen verwijderen van peulvruchten:   afstruipe (Horn), āfstrø̄pə (s-Gravenvoeren), schoepen:   aafsjtruipe (Herten (bij Roermond)), aafstruipe (Blerick, ... ), afsjtreupe (Wijlre) I-4, I-7, II-1, III-2-3, III-3-1, III-3-2
afstroppen ondiep ploegen:   ā.fstrǫpǝ (Berbroek, ... ), opeenschuiven:   aafstruipe (Heythuysen), stoppelland ploegen:   [afstroppen] (Kuringen) I-1, III-1-2
afstubben stof afnemen:   aa.fstèbbe (Hasselt), aaf-sjtub-be (Vijlen), aafsjtöbbe (Simpelveld), afstöbbe (Blerick), afštøbe (Sint-Martens-Voeren), ao.fstöbbe (Zonhoven), āfštøbə (Bleijerheide, ... ), (doffe e)  afsteppe (Jeuk), s-vraidës wiènë dë meubëlën ôofgëstùb.(meer: wiènt dë stùb génómë)  ôofstùbbë (Tongeren) III-2-1
afstuiken stuiken:   ǭfstø̜̄ʔǝn (Kwaadmechelen), tegen het doek jagen:   āfštukǝ (Asenray / Maalbroek) I-4, II-6
aftaaien kwaad weglopen:   aofteije (Maastricht) III-1-4
aftakelen slinken, minder worden:   aftakelen (Gulpen), sterven van een plant:   àftáákələ (Baarlo), wegkwijnen:   aaftaakələ (Montfort), aaftakele (Boekend, ... ) III-1-2, III-4-3, III-4-4
aftanden aftanden:   āftɛŋǝ (Ulestraten) II-9
aftander benamingen van het paard naar de leeftijd:   ǭftɛ̄ntǝr (Tongeren) I-9