e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
aftrekkelder tapkelder:   aftrękkoldǝr (Kerkom) II-2
aftrekken aanmelken:   aftrɛkǝ (Tessenderlo), aantrekken:   āftrękǝ (Heel), afdingen:   -ftrɛkə (Maastricht), aa.ftrèkke (Maasniel), aaftrekke (Heerlen, ... ), aaftrikke (Vlodrop), aaftrèkke (Sittard, ... ), aoftrèkke (Maastricht), afhuiden:   āftrēkǝ (Weert), āftrękǝ (Opglabbeek), āftrɛkǝ (Herten), āftrɛkǝn (Maasbracht), aflaten, afdraaien:   ǭftrękǝ (Bilzen), afscheuren, afritsen:   aaftrekke (Hoensbroek, ... ), aaftrèkke (As, ... ), āāftrekke (Ten-Esschen/Weustenrade), afschieten, ontsteken:   āftrɛkǝ (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Domaniale]), afstrijken:   āftrę ̞kǝ (Elsloo), aftekenen met behulp van een kruishout:   aftrękǝ (Ottersum), ǭftrękǝ (Bilzen), aftrekken:   áǝftrękǝ (Wellen), āftrękǝ (Horn, ... ), āftrɛkǝ (Stramproy), ǭftrękǝ (Maastricht), aftrekken (met de hand):   āftrekǝ (Oost-Maarland), āftrɛkǝ (Haelen, ... ), aftrekken, uitwinnen:   aftrękǝ (Achel, ... ), aftręʔǝn (Lommel), ǫ.ftrękǝ (Zonhoven), afzeilen:   aftrękǝ (Gennep, ... ), āftrękǝ (Leunen, ... ), behang afdoen:   āftrękǝ (Buchten, ... ), bietenplantjes uitdunnen:   aftrękǝ (Beringen, ... ), āftrekǝ (Vlodrop), āftrē̜kǝ (Meers, ... ), āftrękǝ (Berg, ... ), constateren:   klòk aaftrekkə (As), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  aoftrèkke (Bilzen), de duivenklok afstemmen op de moederklok:   aaftrekke (Houthalen), aaftrekkə (As), aftrekken (Tongeren), aoftrekke (op moederklok) (Jesseren), de klok aaftrèkken (Eisden), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  de klok aoftrèkke (Bilzen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  aa.ftrèkke (Zolder), de duivenklok gelijkzetten met de moederklok:   aaftrekkə v.d. klòkkə (As), aoftrekken (Jesseren), de gummiring afnemen:   aaftrèkke (Geleen), aftreͅkə (Meijel), een huis uitzetten:   aftrɛkǝ (Berverlo), een pak slaag geven:   aaftrekke (As), het kalf afdraaien:   aftrøkǝ (Herk-de-Stad), aftrękǝ (Halen, ... ), aftrɛkǝ (Doetinchem, ... ), aftrɛkǝn (Achel), ãtrɛkǝ (Gelieren Bret), āftrękǝ (Maaseik), āftrɛkǝ (Bree, ... ), āftrɛkǝn (Hamont), ǫftrekǝ (Riksingen), ǫi̯ftrekǝ (Tongeren), ǭftrekǝ (Oost-Maarland), ǭftrē̜kǝ (Hoeselt), ǭftrękǝ (Hoeselt), ǭftrɛkǝ (Gronsveld, ... ), houtskool verwijderen:   āftrękǝ (Maaseik, ... ), klam trekken:   āftrɛkǝ (Klimmen), kolven afstropen:   aftrekken (Schinveld), koud aftrekken:   aftrekken (Lommel), loof van de bieten afplukken:   aftrękǝ (Berverlo), āftrękǝ (Overpelt), ǭftrękǝ (Gelieren Bret), mais oogsten:   aftrekken (Diepenbeek, ... ), au̯ftrɛkǝ (Sint Pieter, ... ), āftrɛkǝ (Tungelroy), āftrɛʔǝ (Lommel), masturberen:   (aaftrekke) (Ell), (zich) aaftrèkke (Zolder), aaftrekke (Bocholtz, ... ), aaftrèkke (Ell, ... ), aftrekke (Afferden, ... ), aftrekke ? (Maasbracht), aftrekken (Oirlo), aoftrekke (Maastricht), aoftrèkke (Bilzen, ... ), āāftrékke (Lutterade), āftrekkə (Nuth/Aalbeek), oaftrekken (Diepenbeek), mest van de kar aftrekken:   átrękǝ (Blitterswijck, ... ), ā.ftrękǝ (As, ... ), ā.ftrękǝn (Neerpelt), āftrękǝ (Born, ... ), ǭ.ftrękǝ (Beverst, ... ), ˙āftrękǝ (Baexem), (zonder opgave van een object)  aftrękǝ (Zelem), nagels verwijderen:   aftrekken (Kerkrade), aftrɛkǝ (Ottersum), āftrɛkǝ (Herten), omheinen:   ǭftrɛkǝ (Zepperen), opklaren: aftrekke  àftreͅkə (Peer), peulvruchten afhalen: aaftrekke  ōͅftrɛkə (Zepperen), ringen, randen verwijderen van peulvruchten:   aaftrikke (Eys), aoͅftrɛkə (Bevingen), schrapen:   āftrękǝ (Bleijerheide), trekken en talmen: Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  aoftrèkke (Maastricht), uiteenploegen:   aftrękǝ (Gingelom), veevoer verzamelen:   āftrekǝn (Mesch), āftrękǝ (Dieteren, ... ), verlagen:   aaftrekke (Houthem, ... ), van de pries aaftrékke (Limbricht), vloeken:   inə aftrékə (Loksbergen), weinig voederen:   aftrèkke (Meijel), zeil minderen:   aftrekken (Beesel, ... ), aftrękǝ (Keent, ... ), āftrękǝ (Ell, ... ) I-10, I-1, I-11, I-4, I-5, I-7, I-8, II-1, II-10, II-12, II-2, II-3, II-5, II-8, II-9, III-1-2, III-2-2, III-2-3, III-3-1, III-3-2, III-4-4
aftrekken (van mest) afladen:   aftrękǝ (Zelem), āftrękǝ (Kuringen, ... )
aftrekken in flessen bottelen:   áǝftrękǝ en flęsǝ (Wellen) II-2
aftrekker aanaardploeg:   āftrękǝr (Maaseik), afpakker:   āftrę ̞kǝr (Spekholzerheide), liniaal:   aaftrekker (Opitter), aaftrèkker (Beesel, ... ), ənən āftrɛkər (Rekem), rijentrekker:   āftrękǝr (Kinrooi), tap van de houten gierton:   ā.ftrękǝr (Houthalen), zwabber:   aaftrekke (Schimmert), aaftrèkker (Neerharen), aaftrêkker (Guttecoven), aftreͅkər (Lanklaar), aftreͅʔər (Lommel), ā.ftr‧ɛkər (Kinrooi), āātrêkker (Schimmert), āftreͅkər (Hamont, ... ), ààftrèkkər (Opglabbeek), áftreͅkər (Sint-Truiden), ááftrekker (Opglabbeek), ááftrékke (As), ááftrékker (Gruitrode), ááftrékkər (Rekem), m.  āftrēkər (Hasselt) I-1, I-5, II-8, III-2-1, III-3-1
aftrekmes mes:   āftręjkmɛs (Maasmechelen), āftrɛkmɛts (Susteren) II-1
aftreksel nawort:   āftręksǝl (Sittard), opgewarmde koffie: Syst. WBD  aaftreksel (Blerick) II-2, III-2-3
aftrekzaal bottelarij:   aftrękzāwl (Kerkom) II-2
aftroeven een aanmerking maken: cf. WNT s.v. "troeven"6b (fig.) iemand een snedig en afdoende antwoord geven, op zijn plaats zetten, scherp terechtwijzen etc.  aaftroeve (Neer), een pak slaag geven:   aafgetroef (Bilzen), aaftrówve (As), aftroeffe (Jeuk), oafgetroef (Groot-Gelmen), [Paragraaf: regelmatige werkwoorden].  aaftroeve (Boorsem), troeven:   aa.ftrōēve (Zolder), aa.ftrôêve (Zolder), aafdroove (Simpelveld), aafdrove (Mheer), aaftroeve (As, ... ), aaftrouven (Maastricht), aaftrûve (Bree), aftroeve (Klimmen, ... ), aftroeven (Koersel), ao.ftrōēve (Zonhoven), aoftrouve (Veldwezelt), aoftroêve (Bilzen), āftruvə (Eys), āftrūvə (As), āftry(3)̄və (Opglabbeek), Bè zoe koòt mog dje tog ni oòftroeve: Met zon goede kaarten moogt ge toch niet aftroeven.  oòftroeve (Kortessem) III-1-2, III-1-4, III-3-2
aftroffelen aftroggelen:   aaftroefele (Asenray/Maalbroek, ... ), aaftroefələ (Beesel, ... ), aftroeffele (Lottum), āāftroefele (Schimmert), ááftroeffele (Swalmen) III-3-1