e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
apprentie pralerij:   apprèènse (Mheer) III-1-4
appretuur zwartmiddel:   appretuur (Heythuysen), aprǝtȳr (Panningen, ... ), aprǝtūr (Heerlen, ... ), apǝratȳr (Maastricht, ... ), apǝrtø̄r (Neeritter), apǝrǝtø̄r (Weert) II-10
apprêt zwartmiddel:   aprę (Molenbeersel) II-10
apprêteren appr√äteren:   aprǝtērǝ (Eupen) II-7
appui-tje hulpstijl:   apikǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Eisden]), stijl, stempel:   apikǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Domaniale]) II-5
aprilfarce (<fr.) aprilgrap:   aprilfarce (Lauw) III-3-2
aprilgek aprilgek:   aprilgek (Eksel, ... ), aprilgêk (Bilzen, ... ), (op zoek naar een solsleutel)  aprilgêk (Bilzen), Aprilgek, bezemstek met Pasen krijgt ge een eierbek (wordt gezegd de eerste april als men iemand heeft beetgenomen).  əprilgaek (Meeuwen), Ss. sub april.  aprilgek (Hamont) III-3-2
aprilgrap aprilgrap:   aprilgrap (Achel, ... ), april}grap (Eigenbilzen), eèn apreelgrap (Kanne), Antwoord onderlijnd bij de suggesties.  aprilgrap (Jeuk), Z.N. gallicisme V.D.  əprilgrap (Meeuwen) III-3-2
aprillengek aprilgek:   apreləgɛk (Meijel), aprillegek (Lauw), Antwoord onderlijnd bij de suggesties.  aprillegek (Diepenbeek) III-3-2
aprilmop aprilgrap:   aprelmop (Venlo), aprilmoep (Guttecoven), aprilmop (Amby, ... ), aprilmóp (Swalmen), ieen aprilmop (Sevenum), Ss. sub april.  aprilmop (Hamont) III-3-2