e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
mergstuk filet, haas:   mörregstök (Maastricht), streepje en twee puntjes op de o van mor  mōrrəgstök (Maastricht) III-2-3
merinos merinos:   merinos (Bocholt, ... ), mērinos (Diepenbeek), mɛrinos (Boorsem), schaap met een zwarte kop:   męrinǫs (Meijel), mɛrǝnos (Tongeren) I-12, II-7
merk halve stuiver:   (unne) merk (Mechelen), ing merk (Hoensbroek), merk (Hoensbroek, ... ), ’n merk (Heerlen), ’n mèrrek (Klimmen), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  ’n merk (Klimmen), kern:   mē̜rk (Eynatten, ... ), mɛrk (Kelmis, ... ), mɛrǝk (Amby, ... ), onvruchtbare koe:   mē̜rk (Eynatten), stempel:   mɛrk (Mal, ... ), stuiver: ps. is oude benaming.  merk (Hoensbroek), stuiver (belg.): ps. invuller twijfelt over dit antwoord!  eng merk? (Bleijerheide), vijf centiem:   eng merk (Bleijerheide) I-11, II-1, III-3-1
merkborstel borstel:   merkbörstel (Venlo) III-2-1
merkef vlaamse gaai: ideosyncr. vloamshe gaai  merkef (Sittard) III-4-1
merkeg vlaamse gaai:   møͅrkəx (Opoeteren) III-4-1
merken de koningin merken:   merken (Kerkhoven, ... ), mērkǝ (Horst), męrkǝ (Hasselt), mɛrkǝ (Asenray / Maalbroek, ... ), mɛrǝkǝ (Rummen, ... ), doorslaan:   mɛrkǝ (Maasmechelen), ijken:   de gewichten merken (Kaulille), merken:   (het rund wordt) gǝmɛrkt (Meijel), gǝmɛrk (Buchten), merkǝ (Oirsbeek, ... ), mę̄rkǝ (Veldwezelt), mɛrkǝ (Boekend, ... ), mɛrǝkn (Neerpelt), mɛrǝkǝ (Heugem), nummeren:   merken (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), merkǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), mę̄.rǝkǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Winterslag, Waterschei]), onderdelen nummeren:   merken (Dilsen), paren:   mɛrǝkǝ (Posterholt), stalklauwen:   merken (Ophoven), stempelen:   mɛrkǝ (Roermond  [(een merkteken aanbrengen)]  ), zich een zwerm toeëigenen:   mɛrǝkǝ (Houthalen) I-11, II-1, II-11, II-12, II-5, II-6, II-7, II-9, III-3-1
merket vlaamse gaai:   mèrkut (Geleen) III-4-1
merketon perzik:   marketón (Venlo), mer(re)keton (Maastricht), merekton (Maastricht), merketon (Echt/Gebroek, ... ), merketong (Diepenbeek), merketòn (Echt/Gebroek), merketón (Altweert, ... ), mérketón (Gennep, ... ), ’mɛrkəton (Meeswijk), cf. Rijnl Markatone, << Sp. Melecoton  markatóng (Hasselt), eigen spellingsysteem additie bij vraag 117 e.v. = perzik  merketon (Geleen), grote gele perzik  me:rketó:n (Roermond), grote veredelde perzik  merketon (Castenray, ... ), malum cydoneum; < port. marcotâo; cf Album Teirlinck, 169-172 (Eug. Ulrix andere etym. Marc Antoine  meͅrkatoͅn* (Hamont), marc antoine  merketón (Sittard), ook in L 286, Hamont  merketon (Achel), volgens sommigen: Marc-Antoine. Koenen: verklarend woordenboek geeft echter mirlicoton, zo ook Kramers & Bonte. Dict. Neerl.-Français  merketon (Valkenburg) I-7
merketonse perzik:   marikatonse (Zolder, ... ) I-7