e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
menne, menne roepwoord voor de stier:   męnǝ męnǝ (Opheers), mɛnǝ mɛnǝ (Zepperen) I-11
mennen aanhoudend vragen:   mène (Gronsveld, ... ), het paard leiden:   męnǝ (Afferden, ... ), mɛnǝ (Heerlerheide, ... ), mɛ̄n (Paal), het paard met een enkele lijn leiden:   mɛnǝ (Roermond) I-10, III-3-1
mennen met losse lijn losgetuigd leiden:   mɛ̄n mɛ lǫsǝ lai̯n (Paal) I-10
mennenbok mannelijke geit:   mɛnǝbuk (Valkenburg) I-12
mennes mannelijk kalf dat van tanden begint te wisselen:   mɛnǝs (Montfort, ... ), roepwoord voor de stier:   menas (Vlodrop), mɛnǝs (Epen, ... ), stier:   mø̜nǝs (Eupen), mɛnǝs (Eupen), m˙ɛnǝs (Sint-Martens-Voeren, ... ) I-11
mennes, mennes roepwoord voor de stier:   męnǝs męnǝs (Teuven) I-11
menonk oom:   menóónk (Peer) III-2-2
menonkel oom:   menoenkel (Tessenderlo), cf. VD s.v. "onkel"(gew.) nonkel, oom  menonkel (Oostham) III-2-2
menote handbeschermer: (mv)  manotǝ (Mal), mǝnǫtǝ (Sint-Truiden) II-9
menotte (fr.) handschoen zonder vingers: [Van Dale (FN): menotte, 1. kinderhandje, knuistje; 2. (mv.) handboeien]  menotten (Rummen (WBD)) III-1-3