e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
mouting muik:   modding (Heythuysen, ... ), moeting (Broeksittard, ... ), motjing (Holtum, ... ), motting (Ell, ... ), mottjing (Stevensweert), mōtjing (Echt/Gebroek), mŏtjing (Maasbracht), mŏtting (Maasbracht), mòtjing (Echt/Gebroek), mótjing (Pey, ... ), mótjəm (Urmond), môtting (Ell), als kind noemde wij dat een - (de oe hel kort uitspreken wordt heden ten dage niet meer gebruikt  mŏĕ-tjing (Echt/Gebroek, ... ), moek met korte oe; ook wel modding (van over de maas gekomen)  modding (Beesel), wordt nog wel van gesproken  motting (Heythuysen) III-2-3
moutingen fruit bewaren: muiken, mûken, mooken, materen,meuteren, moeteren  moetingen (Genk), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51  meutinge(n) (As), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51 (het verzamelde fruit: ein motting)  mottingen (Ophoven), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51 (loten liggen om ze loten riep te wèren)  motingen (Neeroeteren) III-2-3
moutje baktrog:   mōwkǝ (Sint-Truiden), muik:   moetje (Herten (bij Roermond), ... ), lange oeklank  mōētje (Nunhem), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51  motje (Eisden) II-1, III-2-3
moutkamer weekruimte:   mǭ.tkā.mǝr (Panningen) II-2
moutkelder kiemruimte:   moutkelder (Stramproy), mǭtkɛldǝr (Stramproy) II-2
moutkorf moutmand:   mājtkø̜rf (Maastricht) II-2
moutkuip beslagkuip:   mǫwǝtkāp (Kerkom) II-2
moutmand moutmand:   mǫwtmanj (Maasbracht), mǫwtmaŋ (Weert), (mv.)  mǫwtmanjǝ (Stramproy) II-2
moutmangel moutmand:   mawtmaŋǝl (Schinnen) II-2
moutmeel moutmeel:   mawtmę̄ǝl (Schinnen), moutmeel (Maastricht), mǫwtmę̄l (Maasbracht), mǭ.tmēl (Panningen), mǭtmɛ̄l (Horn, ... ), mǭǝtmɛ̄l (Horn) II-2