e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
mouche (fr.) <naam>: Vgl. Van Dale (FN): mouche, 1. vlieg; 2. moesje, stippeltje, roosje; [...] 5. zwarte vlek (voor de ogen - fine mouche slimme vogel.  moesj (Wijlre), andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed: (= ooievaar).  snoesj (Wijlre), (m. rood + wit.  mu.š: r‧uə (Eys), (m. zwart + wit + donkerblauw.  mu.š: žwa.tə (Eys), Opm. v.d. invuller: is gespikkeld wit en muiskleurig.  ’ne moesj (Klimmen), duif bleek met allerlei kleurschakeringen:   moesj (Kerkrade), De mòsj is achtergebleve oppe vlucht.  mòsj (Echt/Gebroek), NB mos: mos; mösj: mus.  mósj (Sittard), Vgl. Van Dale (FN): mouche, 1. vlieg; 2. moesje, stippeltje, roosje; [...] 5. zwarte vlek (voor de ogen - fine mouche slimme vogel.  moesj (Geleen), môôsch (Eisden), môôsjch (Eisden), duif met grote donkere vlekken: Vgl. Van Dale (FN): mouche, 1. vlieg; 2. moesje, stippeltje, roosje; [...] 5. zwarte vlek (voor de ogen - fine mouche slimme vogel.  moesj (Herten (bij Roermond)) III-3-2
moude baktrog waarin bloem bewaard wordt:   mōj (Sittard), fijn droog stof:   moj (Obbicht), mø̜u̯w (Bree), (Genk), mōj (Montfort), mōlj (Maasbracht), mǫi̯lǝ (Montfort), mǫu̯ (Einighausen), mǫu̯w (Eisden, ... ), mǭu̯w (Neerharen), mulle grond:   mau̯ (Einighausen), mau̯w (Ell, ... ), mau̯wi̯ (Susteren), mou̯ (Rothem), mou̯w (Ulestraten), mø̜i̯w (Opglabbeek), (Genk), mǫu̯w (Geistingen, ... ), mǭu̯w (Boorsem) I-8, II-1
moudegrond mulle grond:   mau̯wgront (Weert), mau̯wgroŋk (Egchel) I-8
mouden gierbezinksel:   m˙ǭǝ (Ingber), winteren:   mǫwǝ (Bilzen) I-1, II-8
mouflage takel:   muflāš (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Domaniale]) II-5
moufle beitelhouder:   mufǝl (Jeuk) II-11
mouhi (wa.) duif bleek met allerlei kleurschakeringen:   mohi (Jeuk), Het woord komt wschl. van uit Eben-Emaal of Zichen-Zussen. De duivenliefhebbers (Ka. du:v\\ml\\k\\r) van deze dorpen komenn dikwijls in contact met elkaar. Velen zijn in dezelfde bond ingeschreven.  muhi. (Kanne) III-3-2
mouilleerpaletje voegijzer met gekarteld blad:   moljǝrpálɛtjǝ (Mal) II-9
moukrabbelaar hak:   mǫu̯krabeliǝr (Hasselt) I-5
moule bekisting:   mø̜ ̞l (Tessenderlo), gietvorm:   mul (Maastricht), matrijs, holblok:   mul (Houthalen), matrijs, stampvorm:   mǫǝl (Bevingen), tas:   mulǝ (Houthalen) II-11, II-8, II-9