e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
motten een pak slaag geven:   motten (Eigenbilzen), motregenen, licht regenen:   ’t motj ei bitje (Grathem), vliegend ongedierte:   motte (Puth, ... ), fonetisch Additie: "Motte"kent iedereen. Onder welk (vraag-)nummer horen ze thuis?  motte (Oirsbeek), fonetisch etc.  motte (Oirsbeek), Veldeke  mot (Sittard) III-1-2, III-4-2, III-4-4
mottenbol knoflook:   ⁄n mottebol (Bilzen) I-7
mottenkruid gagel:   mottekroot (Eigenbilzen), -  mottekroêd (Geistingen), of mottekruid  mottekroud (Genk), z. L.J. p. 31  móttekróó.ët (Zonhoven) III-4-3
mottenpepel mot:   mottepiepel (Wijer), moͅtəpipəl (Niel-bij-St.-Truiden), ook in ZND 31, 038  mottepiepel (Eigenbilzen, ... ), moͅtəpīpəl (Mechelen-aan-de-Maas) III-4-2
mottenpepeltje mot: ook in ZND 31, 038  moͅtəpīpəlkə (Zonhoven) III-4-2
mottenweer koud, mistig en somber weer:   moete weer (Heerlen), moete weêr (Kerkrade), mōēet(e)-weer (Hoensbroek), mōēte wäer (Bleijerheide) III-4-4
motter achterblijver:   mūtǝr (Kerkrade) I-12
motteren kniezen:   hije is altijd aan t mootteren (Ulbeek), mōetərə (Hasselt), motregenen, licht regenen:   mottere, ’t mottert (Gronsveld), motərə (Boorsem), ’t motterd (Schimmert), ’t mottĕrt (Meerssen), ’t mottjert (Maasbracht), smeulen:   m`ŏtert (Montzen), mŏtərt (Remersdaal), t moͅttert (Remersdaal), stille regen:   mottert (Itteren) III-1-4, III-2-1, III-4-4
motterig lichte nevel:   motterig (Middelaar) III-4-4
motterig (weer) koud, mistig en somber weer:   motterig (Middelaar), (regenachtig)  motterig waer (Oost-Maarland) , III-4-4