e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
op losse hand geven schuld zonder papieren:   op losse handj gegaeve (Echt/Gebroek) III-3-1
op maat op de juiste temperatuur:   op mǭt (Panningen), op maat -zaaien:   ǫp mōǝt (Diepenbeek, ... ), ǫp mǭt (Niel-bij-As) II-12, I-4
op maat aan vliegen van de mand:   ǫp mōt ān (Sint-Truiden) II-1
op maat houwen bietenplantjes uitdunnen:   ǫp mǭt hǫwǝ (Margraten, ... ) I-5
op maat slaan maat houden bij het dorsen:   ǫp mōǝ̄t slø̜.n (Godschei) I-4
op maat snijden afkorten:   op mǫas šnijǝ (Bleijerheide), bijsnijden:   op mut snājǝ (Bilzen), glas snijden:   op mǭt snɛjǝ (Meijel), ǫp mǭt šnijǝ (Herten), knippen, snijden:   op mǭt snejǝ (Boorsem), op mǭt sni-jǝ (Noorbeek), op mǭt snęjǝ (Eigenbilzen), op mǭt šni-jǝ (Lutterade), snijden:   op moas šniǝ (Bleijerheide), op mǭt sniǝn (Dilsen) II-10, II-7, II-9
op maat staan op steek staan:   up mǭt stǭn (Lauw), ǫp mō.t stō.n (Tongeren), ǫp mōǝt stō.n (Rutten) II-3
op maat twijnen op maat twijnen:   up mōt twęjǝnǝ (Loksbergen) II-7
op maat zagen afkorten:   ǫp muǝt ˲zē̜gǝ (Bilzen), ǫp mǭt ˲zōgǝ (Leopoldsburg) II-12, II-9
op maat zegen afkorten:   ǫp mǭt ˲zē̜gǝ (Heel) II-12