e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
op strouwen doen op rijen zetten:   ǫp [strouwen] dōn (Sibbe / IJzeren) I-3
op strouwen/ strooien trekken mest van de kar aftrekken:   op štrǫu̯ǝ trękǝ (Margraten), ǫp štrø̜i̯ǝ trękǝ (Rijckholt) I-1
op stuik doen knikkertermen: ineens uit  op stoek dōēn (Swolgen) III-3-2
op stuiken zetten schoven opzetten in een hok:   ǫp stęyk ˲zętǝ (Beverst, ... ), stuiken:   op stukǝ zetǝ (Meterik) I-4, II-4
op suikerbeschuit gaan op kraamvisite gaan:   op soekerbesjuut (Epen, ... ), op soekerbesjuut gaon (Schimmert), op soekerbesjuut goan (Wijlre), op sokkerbesjute goeen (Gronsveld), op suikerbeschuit gaan (Montfort) III-3-2
op suikerkeurtjes gaan op kraamvisite gaan:   oͅp sokərkøͅrkəs gōͅn (Venlo) III-3-2
op tafel zetten de tafel dekken:   òp taofəl zéttə (Rekem) III-2-1
op te tij komen betrappen: cf. WNT sub tijd: te tijde, te tij, 1. bijtijds, tijdig; -2. te gelegener tijd.  d⁄rop te tij komen (Borlo) III-3-1
op temperatuur op de juiste temperatuur:   op tɛmpǝratø̄r (Venlo) II-1
op temperatuur brengen de oven op temperatuur brengen:   op tęmpǝratūǝr breŋǝ (Kerkrade) II-1