e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
op root zetten hagen:   ǫp rōt ˲zętǝ (Wijer), vlas hagen:   ǫp rōt zɛtǝ (Wijer) I-5, II-8
op roten zetten hagen:   ǫp rōtǝn zętǝ (Bevingen), op ruiters zetten, ruiteren:   ǫp [roten] zętǝ (Halmaal), vlas hagen:   ǫp rōtǝn zɛtǝ (Bevingen) I-3, I-5, II-8
op rots de hort op?:   op roets (Klimmen, ... ), op roets zien (Belfeld), op roetsch (Panningen), op roetsj (Voerendaal), op roetsj zeen (Beegden, ... ), op roetsj zin (Spaubeek), op rotj zeen (Born), op routsh (Linne), op rŏts (Maastricht), op rôts (Lutterade), op rütsj (Kerkrade), roetsj (Thorn) III-3-1
op route (fr.) de hort op:   op roet (Vliermaalroot), op rut (Overpelt), de hort op?:   op roet (Afferden, ... ), op roet zijn (Bemelen) III-3-1
op route gaan uitgaan:   op roet gaon (Montfort) III-3-1
op roven sturen tot roven aanzetten:   op roven sturen (Kerkhoven) II-6
op ruggen bouwen bijeenploegen:   op røgǝ bǫu̯ǝ (Lottum), de wintervoor ploegen:   op røgǝ bǫu̯ǝ (Aijen, ... ) I-1
op ruggen varen in panden ploegen:   ǫp rø̜qǝ vã.rǝ (Kessenich, ... ) I-1
op ruiters brengen op ruiters zetten, ruiteren:   ǫp [ruiters] breŋǝ (Neeritter) I-3
op ruiters doen op ruiters zetten, ruiteren:   ǫp [ruiters] dōn (Tungelroy) I-3