e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
bendige grond harde, lastige grond:   bɛndegǝ gronjtj (Boukoul, ... ), bɛndegǝ groŋk (Baarlo, ... ), bɛndegǝ grōnt (Broekhuizen, ... ), bɛndegǝ grōŋk (Hout-Blerick), bɛnjegǝ gront (Maasniel) I-8
beneden ondergronds:   bǝnējǝn (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Laura, Julia]) II-5
benedenzolder meelzolder:   bǝnēǝnzǫlǝr (Lummen) II-3
benedictie (<lat.) zegen aan het eind van de mis:   beenədikse (Boorsem), benedictie (Eksel, ... ), benedikse (Eigenbilzen, ... ), benediksie (Eigenbilzen, ... ), benediktie (Eksel), benediktiej (Geistingen), bennediksie (Jeuk), binnediksie (Bocholt, ... ), bénnedikse (Hoeselt), zegen met het allerheiligste:   benedictie (Stokkem, ... ), benedikse (Sint-Truiden), benediksje (Geulle), benediktie (Hoepertingen), bénédikse (Hoeselt), de bénnedikse (Tongeren) III-3-3
benedictus canon:   benedictus (Vlodrop) III-3-3
benedijen groeien, wassen: dat gebenediet neet  benedije (Heek) III-4-3
benefice (<fr.) winst:   benefice (Eigenbilzen, ... ), beneficie (Jeuk), binnefiet (Maastricht), binnefĭĕs (As), bonnefies (Eksel) III-3-1
beneficie (<lat.) zegen aan het eind van de mis:   beneviesen (Zonhoven) III-3-3
benen beenderen op het kerkhof: znd 21, 009c  beenen (Bilzen), biene (Sint-Truiden), bieëne (Stevoort), biëne (Heppen), biënen (Beverlo), bĭĕnnə (Halen), bîênən (Oostham), znd 21, 009c; cf. WNT s.v. "been (I)"meervoud: "thans meest beenderen, vroeger, en ook nu nog in spreektaal, beenen en soms nog been  bieënen (Hechtel), lidmaat, ledematen:   bein (Lauw), spanzaagarmen:   b ̇ęjn (Herten), vlug lopen: B.v. toeën em de peliz zouch, mosj`em zeien biene (hard lopen gaan).  bīn (Hasselt) III-1-2
benen (ww.) met grote stappen lopen:   beene (Kinrooi), beine (Baexem, ... ), beͅijne (Tongeren, ... ), bijənə (Paal), binə (Koersel), bīnə (Koersel), B.v. hej mut beene.  beene (Afferden), B.v. hij biênde weg = hij liep met grote passen weg.  biêne (Broekhuizen), B.v. toeën em de peliz zouch, mosj`em zeien biene (hard lopen gaan).  bīn (Hasselt) , II-12, III-1-1, III-1-2, III-2-2