e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
pensluis kleerluis: plat uitgedrukt  pensloeës (Thorn) III-4-2
pensmaag pens:   pɛnsmāx (Hulsberg) I-11
pensmandel darmenbak:   pansmandǝl (Gulpen) II-1
pensmortel balkenbrij:   pénsmórtel (Zonhoven), pɛ.nsmoͅrtəl (Helchteren), pɛnsmoͅrtəl (Houthalen, ... ), (m.).  pɛnsmoͅrtəl (Helchteren), krebût is balkenbrij  pensmortel (As, ... ), bloedworst: nochtans niet geperst in de vorm van een worst  pénsmórtel (Zonhoven) III-2-3
pensorgel trekharmonica: Zie ook: moeëneka, kwetsjbül, boekörgel, trekzak.  pansjörgel (Heerlen) III-3-2
penspijn buik (spotnamen):   panspien (Valkenburg), buikkrampen:   pānspęi̯ŋ (Gronsveld), pānšpiŋ (Moresnet), pęnspin (Sittard), pɛ.nspin (Gruitrode, ... ), pɛ.nspē̜n (Hasselt), pɛ.nspęi̯n (Koersel, ... ), pɛ.nspīn (Dilsen), pɛnspenj (Meijel), pɛnspin (Heel, ... ), pɛnspiŋ (Heerlen), pɛnspē̜n (Tessenderlo, ... ), pɛnspęi̯n (Hees, ... ), pɛnspīn (Panningen, ... ), pɛ̄.nspāi̯n (Bilzen), pɛ̄nspeŋ (Overpelt), pɛ̄nspin (Hamont), buikpijn:   (penspien) (Geleen, ... ), panspien (Klimmen), panspieng (Heerlen), pens-pien (Ulestraten), penspein (Reppel), penspien (Baexem, ... ), penspijn (Kortessem, ... ), penspīēn (Roermond, ... ), pĕnspīn (Pey), peͅnspein (Sint-Truiden), pènspê"n (Beverlo), Enigszins ruw.  penspien (Beek), Gemeen.  penspien (Grote-Brogel), M.b.t. dieren.  penspien (Ophoven), Minder net.  penspien (Maasbracht), Ordinair.  pansping (Gulpen), Plat  peͅnspen (Zonhoven), Plat, ruw.  pênspein (Overpelt), Plat.  penspien (Nieuwstadt, ... ), penspīēn (Steyl), pēͅnspijn (Neerpelt), peͅnspēͅn (Herk-de-Stad), pänspeͅin (Diepenbeek), Ruw.  panspien (Berg-en-Terblijt), penspien (Berg-en-Terblijt, ... ), Vooral m.b.t. dieren.  peͅnspɛjn (Leopoldsburg), Vulgair  penspien (Montfort), Zeer onbeschaafd (voor mensen).  penspien (Heel), Zeer plat en ruw.  penspeijn (Maastricht), Zeer plat.  penspien (Wanssum), indigestie (hebben):   penspieën (Bocholt), pênspèng (Eksel), trommelzucht:   pɛnspai̯n (Mal), pɛnspīn (Tungelroy) I-11, I-9, III-1-1, III-1-2
pensprij gierigaard:   penspreij (Veldwezelt) III-3-1
pensriem brede buikriem:   pensriem (Groot-Loon, ... ), pɛ.nsrīm (Lauw), singel:   pęnsrī.øm (Beverst), pęnsrīm (Stevoort), singel voor de paardedeken:   pęnsriǝm (Wellen) I-10
pensschaaf spookschaaf:   pensschaaf (Kortessem) II-12
penssoep soep van ingewanden:   peͅnsoͅp (Borgloon) III-2-3