e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
ragelen poken:   raechelen (Maastricht), raochele (Echt/Gebroek, ... ), raochelen (Guttecoven, ... ), raogele (Echt/Gebroek, ... ), raogelen (Maastricht), raogelle (Sittard), rauchelen (Maaseik), rāōgele (Klimmen), roachele (Bree), roachelen (Vucht), roagele (Guttecoven), rochelen (Achel, ... ), roechele (Maaseik), rogele (Schaesberg), roxələ (Genk), rōxələ (Rekem, ... ), rōͅgələ (Borgharen, ... ), rōͅxələ (Amby, ... ), roͅu̯xələ (Lanklaar), roͅxələ (Mheer), rèùchele (Noorbeek, ... ), ròchele (Mheer), ròchëlë (Tongeren), röachele (Heerlen), röchele (Heerlen), r‧ōͅxələ (Montfort), (mit ?t sjtovenieser)  rôchele (Schimmert), Fr. \"on\".  ronchele (Eisden), In de kachel, in e vörke raochele  raochele (Maastricht), Raochel ins in de sjtoof Raochel \'t vuur neet oet  rao:chele (Roermond), ô als in engels board  rôggele (Buchten) III-2-1
ragelgard pook:   ròòëchelgiárt (Zonhoven), lange stok om de gloeiende assen in een heetgemaakte oven goed los te krijgen, om ze daarna met de natte ovenwis opzij te duwen  ròòëchelgiárt (Zonhoven) III-2-1
ragelijzer pook:   raocheliezer (Echt/Gebroek, ... ), raocheliézer (Gronsveld), raogeliezer (Rothem), raoggeliezer (Valkenburg), roxəleͅi̯zər (Genk), rōͅxəlīzər (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), rōͅxəlīzərə (Brunssum), rōͅxəl‧īzər (Rekem), roͅxəlīzər (Mheer), \'t raocheliezer waar rood gleujend  rao:chelīēzer (Roermond), De maog heet ¯t raocheliezer mèt nao de keuke genómme  raocheliezer (Maastricht), Verklw. roacheliezerke  roacheliezer (Heerlen), Verklw. röcheliezerke  röcheliezer (Heerlen) III-2-1
ragelpot doofpot:   roͅxəlpoͅt (Linkhout), stoof, voetenwarmer:   rōxəlpoͅt (Boekt/Heikant) III-2-1
raglan redingote?: getailleerde soldatenmantel  rəolägoͅ (Leopoldsburg), overjas met speciaal ingezette mouwen  reŋlo (Hoeselt), soorten mouwen:   raglan (Valkenburg), [Zie afbeelding van informant]  raglan (Meijel), Mouw in armsgat.  reglon (Diepenbeek), wijde regenmantel zonder mouwen: [Van Dale: raglan [raxlan] (Eng., genoemd naar Fitzroy James Henry Somerset, baron Raglan of Raglan, die bij Waterloo zij n rechterarm verloor en daarom een aangepaste tuniek droeg), overjas of japon waarvan de mouwen met een schuin oploende naad tussen oksel en hals zijn aangezet en daardoor over de schouder doorlopen tot de halsuitsnijding] [Uitspraak [raglao] waarschijnlijk via het Fr. aan het Eng. ontleend]  ràglo͂ (Horpmaal) III-1-3
raglanmouw raglanmouw:   raglanmouw (Eigenbilzen, ... ), raxlanmūw (Doenrade), raxlanmǭw (Meijel), raxlaŋmuw (Kesseleik), raxlǫnmūw (Maasmechelen), raxlǭmaw (Tongeren), raxlǭmǫw (Maasmechelen), rǝxlǫnmǫw (Diepenbeek, ... ), soorten mouwen:   raglangmoew (Kesseleik), raglanmōēw (Doenrade), reglotmouw (Eigenbilzen), reglônmauw (Munsterbilzen), ráglaomaw (Tongeren), Die het voorste en het achterste aan elkaar houdt.  raglong môw (Mechelen-aan-de-Maas), Doorlopende mouw tot aan halsgedeelte.  raglaomôw (Mechelen-aan-de-Maas), Raglanmouw: mouwnaad loopt schuin over de schouder naar de hals.  raglaomauw (Bilzen), Ss. sub rachland.  raxlo͂.}-mouwen (Kanne) II-7, III-1-3
ragout ragout van gebraden gevogelte:   ragoe (Echt/Gebroek, ... ), ragou (Ittervoort), ragout (Amby, ... ), ragōēt (Heugem), ragŏĕ (Epen), rajoe (Kerkrade), regoe (Ell, ... ), regoút (Montfort), ràgout (Maastricht), rààgou (Heerlen), rágōē (Venlo), ráágoe (Maastricht), rəgoe (Geleen), rəgōē (Haelen), rəgŏĕ (Grevenbicht/Papenhoven), bijv. kipperegoe  regoe (Buchten), roux:   ragoe (Boekend) III-2-3
ragout van gevleugelte ragout van gebraden gevogelte:   ragout van gevleugelte (Schimmert) III-2-3
rail gordijnroede:   reel (Gronsveld), spoorstaaf:   ráj ([Maurits]), voorspanbalk:   rēl (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) III-3-1
rail (<eng.) rails:   reel (Maastricht), rel (Lanaken), rèl (As) II-5, III-2-1