e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
rijgnastel schoenveter:   rienastel (Boeket/Heisterstraat, ... ), rijnaasels (Meijel, ... ) III-1-3
rijgoog gaatje voor de schoenveter: [rijgogen]  reͅixōgə (Hoeselt) III-1-3
rijgpinnetje priem:   rīxpenǝkǝ (Meijel) II-7
rijgpunt metalen uiteinde van een schoenveter:   riegpuntj (Grathem), riegpuntje (Weert) III-1-3
rijgrank akkerwinde:   riǝraŋk (Berg / Terblijt), ten onrechte?  rierank (Berg-en-Terblijt), bosrank:   rie-raank (Noorbeek, ... ), WLD  rīērááng (Epen), haagwinde:   rīrank (Hombourg), rīraŋk (Echt, ... ), -  riejrank (Echt/Gebroek), rierank (Gulpen), rieərank (Eys), rirank (Wijlre), Veldeke ?  rierank (Klimmen) I-5, III-4-3
rijgras oude grassoorten:   rii̯[gras] (Tungelroy), rē̜[gras] (Beringen), ręi̯[gras] (Val-Meer), rī.[gras] (Mechelen) I-3
rijgriem schoenveter:   riereem (Roermond, ... ), riereim (Einighausen, ... ), NB II. riej(-), z. rijg (p. 245, ss).  riejreem (Roermond), NB rieë: (1) rijden, (2) rijgen. Zie ook riesjtartel.  riereim (Sittard) III-1-3
rijgschoen hoge herenschoen:   reXsXun (Beringen), rēͅXsXun (Borlo), rieschoon (Meerssen), hoge rijgschoen:   dames riesjoen (Oirsbeek), reeh schoon (Mechelen), reisXuən (Neerpelt), rēͅXsXun (Borlo), rĕjšōn (Maaseik), reͅjsXuwŋ (Achel), rie-schoon (Brunssum), rie-sjoon (Klimmen), rieg schoon (Nuth/Aalbeek), riegsjoen (Meijel, ... ), riegsjōōn (Roermond), riejschoon (Hoensbroek), riejsjoon (Hoensbroek, ... ), riekschoean (Jabeek), riesjoon (Amstenrade, ... ), riesjoōn (Einighausen), riesjōēn (Schinveld), rij-sjoon (Oost-Maarland), rijgschoon (Sevenum, ... ), rijjsjoon (Maastricht), rijsjong (Bocholtz, ... ), risjóon (Tegelen), rīšōn (Lanklaar), räxšyn (Riksingen), rèègschoene (Paal), RɛɛXsXòwn (Paal), er staat een vraagteken bij  rīēgsjoon (Haelen), NB rieë: (1) rijden, (2) rijgen.  riesjoon (Sittard), ss. sub rijgen.  rijgschoen (Zonhoven), rijgbottine:   rejšōn (Montzen), rijgschoen:   riegschoon (Weert) III-1-3
rijgscholk zaaikleed: [sic, idem gespeld alsl N24,053 "reejschoon"!]  reejscholk (Horst) III-1-3
rijgstaart schoenveter:   riegschtért (Nuth/Aalbeek) III-1-3