e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
rochelaar ovenveger:   roxǝlār (Herk-de-Stad) II-1
rochelen braken:   roekelen (Lommel), de oven reinigen:   rōgǝlǝ (Sint-Truiden), fluimen uitspuwen:   raochele (Urmond), roachelen (Zonhoven), rochele (Beverlo, ... ), rochelen (Eksel, ... ), rochələ (Koersel, ... ), rochələn (Lommel), roͅchələ (Koersel, ... ), roͅchələn (Lommel), roͅxələ (Achel, ... ), røxələ (Opheers), hijgen naar adem, reutelen:   her roekelt (Opgrimbie), hēͅr rōͅxəlt (Lanaken), hie-je rochelt (Hasselt), hiə roxəlt (Diepenbeek), rachelen (Eys), raochele (Geleen, ... ), raochəllə (Grevenbicht/Papenhoven), raogele (Klimmen), rochele (Tungelroy, ... ), rochelen (Beesel, ... ), rochelə (Doenrade), rochələ (Beesel), rogelle (Montfort), roggele (Venlo, ... ), roggelə (Oirsbeek), rŏchələ (Nieuwenhagen), rèùgele (Noorbeek, ... ), ròchele (Gulpen, ... ), ròchələ (Maastricht), ròggələ (Venlo), róchele (Bree), róchələ (Amstenrade, ... ), rôchele (Stein, ... ), röggele (Waubach), hinniken:   roxǝlǝ (Boekend, ... ), roxǝlǝn (Lommel), hoesten:   raochele (Herten (bij Roermond)), raogele (Roermond), rochele (Blerick, ... ), ruchele (Oost-Maarland, ... ), ruchelen (Oost-Maarland), ròggele (Sittard), röchele (Heugem), houtskool verwijderen:   rōxǝlǝ (Sint-Truiden), knorren:   roxǝlǝ (Boukoul, ... ), rǫgǝlǝ (Velden), kuchen:   raochele (Haelen, ... ), rochele (Blerick, ... ), rochelen (Sint-Huibrechts-Hern, ... ), rochelle (Neer, ... ), rog`gelen (Born), roggelle (Mheer), roggələ (Montfort), rōggele (Posterholt), róchele (Bree), rôchələ (Reuver), lurken: harde gee  raochələ (Grevenbicht/Papenhoven), moeilijk ademhalen:   raochele (Klimmen), reuchele (Wijlre), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  róchele (Zolder), oppoken:   roaxǝlǝ (Heerlen, ... ), roxǝlǝ (Eksel, ... ), roxǝlǝn (Zonhoven), ruǝxǝlǝ (Bilzen), rōxǝlǝ (Kuringen, ... ), rǫxǝlǝ (Brunssum, ... ), rǫxǝlǝn (Koningsbosch), rǭxǝlǝ (Rekem, ... ), rǭxǝlǝn (Nuth), pruttelen:   raochəllə (Grevenbicht/Papenhoven), raochələ (Grevenbicht/Papenhoven), rogele (Oirsbeek), roggələ (Geleen), róchələ (Heerlen), rochelen:   raochele (Amby, ... ), raogele (Roermond), rechele (Gronsveld), roachele (Houthem, ... ), rochele (Afferden, ... ), rochelen (Echt/Gebroek, ... ), rochgele (Nederweert), rochələ (Swalmen), roexələ (Montzen), rogele (Maasniel), rogelen (Roosteren), roggele (Heerlen, ... ), roggelen (Hoensbroek), roggelle (Gulpen), roochele (Leunen), roochelen (Sint-Odiliënberg), roëchele (Panningen), rōchele (Meerlo, ... ), rōēchele (Susteren), rŏachele (Guttecoven), rŏchele (Baarlo, ... ), rŏĕchele (Posterholt), rŏŏchele (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), rŏŏchelen (Reuver), rŏŏgele (Simpelveld), roͅxələn (Bocholt), ruchele (Kerkrade, ... ), ruchelen (Oost-Maarland), rūchelen (Urmond), rŭchele (Eys, ... ), rèùchele (Nieuwenhagen), ròchele (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), ròggele (Obbicht), ròòchele (Buchten, ... ), róchele (Boukoul, ... ), rógele (Berg-aan-de-Maas), róggele (Thorn), rôchele (Beegden, ... ), rôchele (?) (Hoensbroek), rôchële (Herten (bij Roermond)), röchele (Bleijerheide, ... ), röggele (Mechelen, ... ), røͅxələ (Loksbergen), rùchele (Sittard), Uitdr.: - wiej ein aod menke.  rochele (Nunhem), speeksel uitspuwen:   rochele (Leopoldsburg), roͅchələ (Koersel) I-12, I-9, II-1, III-1-1, III-1-2, III-2-2, III-2-3, III-3-2
rochelgeerd ovenkrabber:   roxǝlgē̜rt (Lozen), rōxǝlgjāt (Kuringen, ... ), rōxǝlgęr (Beringen), rǫxǝlgē̜rt (Neerpelt), ovenveger:   roxǝlgērt (Hamont), rǫxǝlgērt (Nieuwerkerken), werktuig waarmee de oven wordt leeggehaald:   roxǝlgjāt (Wijer), roxǝlgērt (Kleine-Brogel, ... ), roxǝlgęjrt (Eksel) II-1
rochelhaak ovenkrabber:   rǭxǝlǭk (Rekem), werktuig waarmee de oven wordt leeggehaald:   roxǝlhāk (Kleine-Brogel), rǭxǝlǭk (Rekem) II-1
rochelhout werktuig waarmee de oven wordt leeggehaald:   roxǝlhǫwt (Kleine-Brogel, ... ) II-1
rochelijzer ovenkrabber:   roaxǝlīzǝr (Heerlen, ... ), roxǝlęjzǝr (Heugem), rwǫxǝlē̜zǝr (Houthalen), rǫxǝlē̜zǝr (Zepperen), rǫxǝlīzǝr (Brunssum, ... ), rǭgǝlīzǝr (Rothem), rǭxǝlīzǝr (Eijsden, ... ), ovenpaal:   rogǝlęjzǝr (Kleine-Brogel), ovenveger:   rochelijzer (Herk-de-Stad), werktuig waarmee de oven wordt leeggehaald:   roxǝlęjzǝr (Peer), roxǝlīzǝr (Overpelt), rǫxǝlīzǝr (Geleen), rǭ.xǝlīzǝr (Melick), rǭxǝlīzǝr (Geulle) II-1
rochelpotje spuwbakje, kwispedoor:   röchelpötsje (Gronsveld, ... ) III-2-1
rochels uitgooien fluimen uitspuwen:   rochels oatgojjen (Hechtel) III-1-2
rochels uittuffen fluimen uitspuwen:   rochels ōēttuffen (Eksel) III-1-2
rochelstek ovenkrabber:   rǭxǝlštɛk (Jabeek) II-1